Kosten etentjes grotendeels niet aftrekbaar
De opgevoerde verkoopkosten betreffen uitgaven voor etentjes in restaurants van cliënten. Volgens de belastinginspecteur kan een beperkt deel als zakelijke kosten worden aangemerkt. Op dat deel is de aftrekbeperking van artikel 3.15, lid 1 Wet IB 2001 van toepassing, aldus de belastinginspecteur. De belanghebbende maakt niet aannemelijk dat hij recht heeft op een hoger aftrekbaar bedrag dan door de belastinginspecteur in aanmerking is genomen. Het beroep van de belanghebbende op artikel 3.15, lid 5, Wet IB 2001 baat hem niet, nog los van de vraag of de belanghebbende een dergelijk verzoek thans nog kan doen aangezien dit verzoek niet bij de aangifte is gedaan.
De belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat 90 procent van de – in beginsel – wel aftrekbare uitgaven, meer bedraagt dan het door de Inspecteur in aftrek toegestane bedrag. Het hoger beroep van de belanghebbende is toch gegrond. De belastinginspecteur heeft ten onrechte een vrijgevallen schuld van € 500 tot de winst gerekend.
Het betreft uitgaven die geen betrekking hebben op de vof maar op de eenmanszaak van de belanghebbende. De uitgaven zijn niet ten laste van het resultaat van de vof geboekt. Het gerechtshof gaat ervan uit dat deze uitgaven als onttrekking ten laste van het eigen vermogen van de belanghebbende zijn geboekt. Een eventuele vrijval van de (saldo)schuld dient in dat geval evenzeer ten gunste van het eigen vermogen van de belanghebbende te worden geboekt. De vrijval van deze schuld raakt het resultaat van de vof derhalve niet. De winstcorrectie heeft ten onrechte plaatsgevonden.
(Bron: Fiscanet)