Kosten energietransitie 30 euro per maand per huishouden

De helft van de Nederlandse huishoudens (47%) is bereid om zonnepanelen te kopen als ze binnen 5 jaar zijn terugverdiend.

Energie besparen staat ook bij een groot deel wel al op de agenda. Van de noodzaak van hogere energiebelastingen is slechts een klein deel overtuigd. 

Dat blijkt uit onderzoek via de ING Vraag van Vandaag onder gemiddeld 38.000 respondenten.

Vooruitlopend op de bekendmaking morgen van de hoofdlijnen van het klimaatakkoord, heeft ING Economisch Bureau de mening gepeild van de consument op belangrijke onderdelen van het akkoord. Het klimaatakkoord voorziet in maatregelen om de woning te isoleren en energie te besparen, hogere belastingen op gas en een terugleversubsidie voor huishoudens die zelf energie opwekken. Deze maatregelen raken de portemonnee van de consument.

Grote interesse voor zonnepanelen bij terugleversubsidie blijft
Hoogstwaarschijnlijk bouwt het klimaatakkoord voort op het voornemen uit het regeerakkoord om de huidige salderingsregeling vanaf 2020 te vervangen door een terugleversubsidie. Deze subsidie bepaalt wat de consument krijgt voor zijn zelf opgewekte overtollige stroom en is medebepalend voor de terugverdientijd, naast bijvoorbeeld een subsidie op de aanschaf en de reguliere energietarieven. 

De overheid streeft ernaar de terugverdientijd op 7 jaar te houden. Als zonnepanelen binnen 10 jaar kunnen worden terugverdiend, zegt ruim een derde (36%) ze aan te schaffen. Wordt de terugverdientijd verkort naar 5 jaar dan is bijna de helft (47%) bereid ze aan te schaffen. Ondanks dat de meerderheid liever een terugverdientijd van 5 jaar of korter heeft, lijkt er dus nog steeds een grote groep bereid zonnepanelen aan te schaffen onder de nieuwe regeling. Een subsidie op de aanschaf van zonnepanelen vindt een overgrote meerderheid logisch. Ruim driekwart (78%) ziet daarbij een rol voor de overheid.

45 procent neemt energiebesparende maatregelen
Structureel daalt het energieverbruik per Nederlander. Tussen 2000 en 2016 met 18 procent volgens de meest recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Energie besparen staat voor bijna de helft van de consumenten op de agenda. Ruim 45 procent geeft aan de afgelopen 12 maanden energiebesparende maatregelen te hebben genomen, zo blijkt uit de ING vraag van Vandaag.

Dat consumenten energiezuinigheid belangrijk vinden, is niet zo gek. De kosten voor energie nemen een belangrijke hap uit hun huishoudbudget, gemiddeld genomen zo’n 5 procent. Het klimaatakkoord heeft veel aandacht voor energiebesparing en isolatie. Voorstel is dat huizenkopers bij de aankoop van een woning een aanbod krijgen om deze te isoleren, met bijbehorende financieringsmogelijkheden. Nieuw instrument is de gebouwgebonden financiering. Deze financiering hangt aan de woning en gaat bij verkoop over op de nieuwe eigenaar. De maatregelen moeten het voor consumenten aantrekkelijker maken om (nog) meer te investeren in energiebesparing.

Effect duurder gas en goedkopere elektriciteit op energierekening kan sterk verschillen
Aardgas vormt nog steeds het leeuwendeel van het energieverbruik, 74 procent. Elektriciteit staat op twee met 18 procent. De overheid wil dit veranderen. ‘Van gas los’ is een belangrijk thema in het klimaatakkoord. Een manier om dat te bewerkstelligen is via belastingen: bijvoorbeeld door de belasting op gas fors te verhogen en de belasting op elektriciteit te verlagen. 

Idee is dat deze verschuiving gemiddeld genomen niet tot een hogere energierekening mag leiden. Natuurlijk bestaat de gemiddelde consument alleen in de papieren werkelijkheid van het klimaatakkoord. De schuif kan vooral tot hogere energiekosten leiden voor mensen in een oude woning die moeilijk is te isoleren (denk aan monumenten), voor mensen die het geld niet hebben om te investeren of zich niet in de schulden kunnen of willen steken.

Hogere energiebelasting geen noodzaak
Van de noodzaak van hogere energiebelastingen in het algemeen is de overgrote meerderheid niet overtuigd. Twee derde (66%) van de ondervraagden vindt hogere energiebelastingen niet noodzakelijk. Slechts één op de zeven (17%) vindt hogere belastingen op energie wel nodig. Op hogere belastingen zitten consumenten vaak niet te wachten. 

Toch geldt hier eens te meer: voor niets gaat de zon op. De transitie naar een co2-arme economie vergt veel investeringen in bijvoorbeeld windmolens, zonnepanelen en isolatie. Uiteindelijk zullen we die kosten van de energietransitie met zijn allen moeten opbrengen. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft onlangs uitgerekend dat de kosten van de transitie ongeveer 2,5 miljard in 2030 bedragen. Dat komt neer op zo'n 30 euro per maand per huishouden. Het is daarom niet onwaarschijnlijk dat energiebelastingen op termijn gaan stijgen.

Gerben Hieminga: “Een grote groep consumenten wil graag iets doen voor het klimaat, maar wil er liever niet extra voor betalen. Dat is geen realistische opstelling voor het behalen van de klimaatdoelen. De transitie kan de consument op termijn tot 30 euro per huishouden per maand kosten.”

Gerelateerde artikelen