Koophuizen 0,5 procent goedkoper in oktober
De huizenprijzen zijn in oktober met 0,5 procent gedaald vergeleken met de voorgaande maand.
In oktober lagen de huizenprijzen nog wel 7,8 procent hoger vergeleken met dezelfde maand vorig jaar. Maar die groei vlakt af. Dat hebben het Kadaster en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekendgemaakt. De twee maanden daarvoor, in september en oktober, was er ook al sprake van een daling.
Een maand eerder bedroeg de stijging nog 9,4 procent. Volgens het Kadaster is de prijsstijging van koopwoningen vorige maand voor de zesde maand op rij afgevlakt op jaarbasis. De gemiddelde prijs van een woning bedraagt volgens de laatste cijfers 428.079 euro.
De prijzen van bestaande koopwoningen bereikten in juni 2013 een dieptepunt. Vervolgens was er sprake van een stijgende trend, tot augustus 2022. Daarna zijn de prijzen drie maanden op rij gedaald. Vergeleken met het dal in juni 2013 zijn de prijzen in oktober bijna verdubbeld (plus 96,6 procent).
De huizenprijzen staan al maanden onder druk, vooral als gevolg van de opgelopen hypotheekrente. Daardoor kunnen mensen nu minder lenen.
Volgens het Kadaster wisselden in oktober 14.863 woningen van eigenaar, ruim 8 procent minder dan een jaar eerder. In de eerste tien maanden van dit jaar zijn 156.621 woningen verkocht. Dat is ruim 17 procent minder dan in dezelfde periode van 2021.
Het Kadaster stelde onlangs al vast dat de sterke stijging van de woningprijzen voorbij lijkt en dat ook in de grote steden de markt afkoelt. Zo liet Amsterdam in het derde kwartaal een daling op kwartaalbasis zien van iets minder dan 1 procent. Volgens de organisatie is de hoofdstad vaak een voorloper in de ontwikkelingen op de koopwoningmarkt.
Vet op de botten
De daling van de huizenprijzen deert de Nederlandse woningbezitter over het algemeen nog niet. Een koopwoning in Nederland heeft namelijk gemiddeld 175.000 euro overwaarde, berekende marktonderzoeker Calcasa. Volgens de onderzoekers heeft de woningmarkt daarmee nog voldoende "vet op de botten" om een eventuele verdere prijsdaling het hoofd te bieden.
Volgens Calcasa telt Nederland momenteel zo'n 8,1 miljoen woningen. Die zijn goed voor een totale woningwaarde van ruim 3 biljoen euro. Bij de berekening van de overwaarde keek Calcasa naar bestaande koopwoningen die van eigenaar wisselden sinds 1 januari 1993. Dit zijn in totaal circa 3 miljoen woningen, met een totale waarde van ruim 1,2 biljoen euro en een gemiddelde woningwaarde van 445.000 euro. Vergeleken met de aankoopprijs komt dit neer op gemiddeld 175.000 euro overwaarde per woning, aldus de onderzoekers.
Calcasa benadrukt dat de daadwerkelijke overwaarde voor veel woningen hoger ligt. Dat komt onder andere doordat de hypotheekfinanciering ook minder dan 100 procent van de aankoopprijs kan zijn en er tussentijdse hypotheekaflossingen gedaan worden.
In plaatsen met een groot aandeel miljoenenwoningen, zoals Aerdenhout, Bloemendaal en Blaricum, is de overwaarde gemiddeld het hoogst. Daar gaat het om enkele tonnen. Huizenbezitters in Kerkrade en Sittard moeten het doen met de laagste gemiddelde overwaarde. In Kerkrade gaat het in doorsnee om 85.000 euro, in Sittard is het iets meer dan een ton. Daarbij moet wel worden vermeld dat huizen daar gemiddeld minder kosten. Qua percentage van de woningwaarde ontlopen de plaatsen met de hoogste en de laagste overwaarde elkaar niet heel veel.
De onderzoekers hebben ook gekeken in hoeverre de Nederlandse woningvoorraad bestand is tegen prijsdalingen, met mogelijk een periode van lagere woningprijzen in het vooruitzicht. In een scenario met een prijsdaling van 10 procent per jaar duurt het tot begin 2028 voordat de overwaarde is verdampt. In een scenario met 5 procent daling per jaar duurt dit tot 2033. Bij een gemiddelde aanhoudende daling van 3 procent per jaar duurt het tot 2040 alvorens de overwaarde is verdwenen.