Komt een accountant bij de fysio…

Onlangs bracht ik een periodiek bezoekje aan mijn fysiotherapeut. Ze startte met de weinig verrassende openingsvraag: "En, hoe is het gegaan in de achterliggende periode?" "Een beetje ups en downs", antwoordde ik wat vaag. "Zijn er bijzonderheden geweest?" was de passende vervolgvraag. "Niet dat ik weet", zei ik, nu wat zachter, eigenlijk al wel een beetje vermoedend waar het heen zou gaan.

"En, ben je nog een beetje aan de oefeningen toegekomen?” vroeg ze, nu meer direct. "Uhhh, nou ja, niet echt. Maar misschien kun je me nog eens uitleggen hoe die oefeningen nu precies gedaan moeten worden, en waarvoor ze dienen". "Maar natuurlijk. Kijk, je hebt twee typen oefeningen: oefeningen om de spieren sterk te maken en oefeningen om de spieren lenig te maken". Op dit punt aangekomen dwaalden mijn gedachten af: wow, dat is een pracht thema voor een blog.

De accountantswereld werd recent opgeschrikt door een nieuw AFM rapport over de big 4, en een rapport over de voortgang van implementatie van de 53 maatregelen door niet-oob vergunninghouders. De gerapporteerde uitkomsten hebben bij menigeen tot de nodige chagrijn geleid. Tel daarbij op de gepresenteerde Veranderagenda (NBA, juni 2017), en je hoort al snel de verzuchting dat het allemaal too much is. De ene verandering is nog niet geweest of de andere komt al weer. En dat terwijl minister Dijsselbloem nog ergens geduld heeft en verdere wetgeving eerst in internationaal verband afgestemd wil zien (verstandig overigens als je het mij vraagt). Al met al merk je een bepaalde veranderingsmoeheid in het beroep. Mijn spiertoestand is redelijk vergelijkbaar (geweest) met de beweging die er in het percentage onvoldoende dossiers is geweest bij de big 4, namelijk weinig tot geen vooruitgang (net als het percentage onvoldoende dossiers bij de big 4 in 2017 vergeleken met 2014 60 procent).

Hoe kunnen we het tij keren? Hoe kunnen we verbetering laten zien bij een eerstvolgende toetsing? Enkele oplossingen zijn al gesuggereerd door deze en gene. Zoals afstemming over het normenkader tussen AFM, NBA en daarmee de beroepsgroep. Persoonlijk zie ik er niet zoveel heil in. Ik krijg wel ergens jeuk als ik woorden lees of hoor zoals "De lat moet hoger" of "Er moet meer standaardisering komen". Het accountantsvak is een vak, een vak waarin op heel veel vlakken sprake is van professionele oordeelsvorming. En natuurlijk, waar sprake is van (menselijke) oordeelsvorming, daar worden ook fouten gemaakt. Maar het klinkt ergens toch ook weinig aannemelijk dat een toezichthouder in 60% van de gevallen een professioneler oordeel komt dan de ervaren beroepsbeoefenaar.

Als je het mij vraagt zijn er (afgezien van hoogte-van-de-lat-vraagstukken) in de kern twee punten die in belangrijke mate hebben bijgedragen aan de huidige status quo van het accountantsberoep: 1. De professionele oordeelsvorming staat onder druk. Op basis van het zogenaamde Nelson-model (2009) kun je dan onder andere denken aan tijds- en budgetdruk, en ook aan het belangrijke vraagstuk van partnerbetrokkenheid en omvang van de cliëntenportefeuilles per partner. 2. De spieren van de accountant zijn te stram geworden. De spieren van de accountant moeten sterker en leniger. En op dit laatste punt wil ik enkele suggesties doen.

Sterker

Een ander woord voor accountant is een bewijsverzamelaar. De accountant verzamelt controlebewijs ter onderbouwing van zijn conclusies over de vraag of de jaarrekening afwijkingen van materieel belang, al dan niet het gevolg van fraude, bevat. Een kernonderdeel hierbij is de risico-inschatting. Ik zou hierbij op drie fronten aandacht geven:

Tabel 1 Sterker worden.

Sterker worden

Toelichting

1. Robuustheid van de initiële risicoanalyse.

Het geheel van wel en niet onderkende risico's en bijbehorende kwalificaties (risico op een afwijking van materieel belang, significant risico, frauderisico) moet staan als een huis. Besteed liever een uur meer aan het onderbouwen en documenteren van een risico-inschatting dan aan het laatste factuurtje te trekken.

2. Stapelen van controlebewijs

  • Dit raakt een aantal punten, maar twee specifieke in het bijzonder:
  • Hanteer in de controleaanpak de specifieke vereisten die (volgens de COS) passen bij de risicokwalificaties (RAMB, SR, FR) en zorg dat de rode draad hierin goed te volgen is.
  • Hanteer de algemene regels die gelden voor de mate van overtuigingskracht van controlebewijs en draag zorg voor een evenwichtige mix hierin (COS 500.A31):
    •    Extern bewijs versus intern gegenereerd controlebewijs
    •    Mondeling versus schriftelijk controlebewijs
    •    Geautomatiseerd versus niet-geautomatiseerd tot stand gekomen controlebewijs.
    •    Controlebewijs waarop wel versus geen effectieve interne beheersingsmaatregelen van toepassing zijn.

3. Dagelijkse alertheid ademen

Het erin rammen van continue bewustzijn, alertheid, PKI, vigilance (een vigilante accountant is een waakzame accountant) of welke deftige term we ook maar kunnen bedenken. Praktische tip: zorg voor primers in het dagelijkse proces die teamleden op het spoor van bovenstaande basics houdt. Maak het niet te moeilijk, maar snap waarmee je elke dag bezig bent, dan vergemakkelijkt dat de aansluitende passende dossiervorming.

Leniger

Het moet echter niet alleen sterker, ook leniger. Ik zie hier tenminste twee uitwerkingsrichtingen voor me:

Tabel 2 Leniger worden.

Leniger worden

Toelichting

1. Vergroten bewustzijn menselijke fouten.

Bij leniger denken hoort een groter bewustzijn van veel voorkomende menselijke fouten. Om een klein voorbeeld te geven: een veel voorkomende bias betreft de availability bias; wanneer je hierop meer gespitst bent, zul je niet direct genoegen nemen met het controlebewijs dat het snelst of gemakkelijkst beschikbaar is. Je stelt jezelf meer de vraag: welke informatie kwalificeert in dit geval als voldoende en geschikt? Zo zijn er nog vele vormen van denkfouten die het professionele oordeel van de accountant kunnen aantasten. De geïnteresseerde lezer wordt verwezen naar onderstaande boeken.

2. Toepassen van creativiteit

Bij leniger denken hoort ook het toepassen van meer creativiteit, minder starheid, minder standaardisering op complexe vraagstukken en meer maatwerk. Controleren is een vak. Wanneer je jezelf oefent in het denken in scenario's, en je verschillende typen controlebewijs tegen elkaar gaat afwegen, ontstaat er als vanzelf een dynamisch proces. Je bent je meer bewust waarom je vindt dat een alternatieve vorm van controlebewijs (bijvoorbeeld een keer een omspannende analyse, of een specifieke analyse op uitzonderingen gelinked aan een bepaald risico) je de gewenste controlezekerheid verschaft. Een leniger accountant zou in mijn beleving beter in staat moeten zijn om (bijvoorbeeld aan een toezichthouder) uit te kunnen leggen dat de controledocumentatie de best denkbare vorm van bewijsvergaring is bij het specifieke risico.

En nu de vraag van de fysio: "Ben je nog een beetje aan je oefeningen toegekomen?" En dan kom je op een lastig punt uit. De meeste trainingsprogramma’s van accountants zijn niet specifiek ingericht op hoe je sterker en leniger kunt worden. Als je dit binnen je organisatie zelf wilt oppakken als een dagelijkse routine, dan vergt dit ook een bepaalde mind-set van de trainende accountant. Kortom, zo eenvoudig is het allemaal nog niet. Maar wel, het is de hoogste tijd om meters te maken, en op deze vlakken in beweging te komen. Ik ben er van overtuigd dat een dergelijke aanpak zich op grote schaal gaat uitbetalen. Je zult echter wel veel moeten trainen om op elegante wijze over die hordes te komen. Professioneel controleren is topsport bedrijven!

 

[Door: dr. Niels van Nieuw Amerongen RA, V&A accountants-adviseurs]

 

Aanbevolen literatuur over lenig denken:

Dobelli, R. 2012. De kunst van het heldere denken. 52 denkfouten  die je beter aan anderen kunt overlaten.

Kahneman, D. 2012. Ons feilbare denken.

Rust, R., S. van Iersel, en M. de Bruijne. 2010. Lenig denken. Technieken voor creatieve denkkracht. 


i) Een vigilante accountant zou je kunnen definiëren als: “een in het algemeen waakzame accountant, die in het bijzonder heads up instructie geeft in zijn controleteam als sprake is van fraude- en overige significante risicofactoren”.
ii) Er ligt wat mij betreft geen directe relatie tussen 52 denkfouten en 53 maatregelen als een soort reciproque van twaalf ambachten, dertien ongelukken.