Kleineondernemersregeling vereenvoudigd
Door Carola van Vilsteren
Op 1 januari 2025 wordt de kleineondernemersregeling (KOR) aangepast.
Ondernemers met een beperkte omzet kunnen gebruik maken van een vrijstelling voor de BTW. Hierdoor hoeven zij geen BTW te berekenen en aan de bijbehorende administratieve verplichtingen te voldoen. Zij kunnen ook geen voorbelasting in aftrek brengen. De regeling wordt aangeduid als de kleineondernemersregeling of simpelweg KOR.
Een in Nederland gevestigde ondernemer met activiteiten in een andere lidstaat kan op dit moment aldaar de KOR niet toepassen. Toepassing van de regeling is namelijk beperkt tot prestaties die in Nederland belast zijn. Vanaf 1 januari 2025 worden de BTW-richtlijn en de BTW-verordening aangepast en wordt het mogelijk om gebruik te maken van een KOR in een andere EU-lidstaat dan waar de ondernemer is gevestigd. Lidstaten mogen hierbij zelf een nationale omzetdrempel voor de KOR bepalen, mits deze het bedrag van € 85.000 niet overschrijdt. Daarnaast wordt het ook mogelijk voor lidstaten om voor verschillende sectoren verschillende omzetdrempels te hanteren. Het toepassen van de KOR in een andere lidstaat brengt echter wel verplichtingen met zich.
Wanneer een ondernemer in 2025 gebruik wil maken van een KOR in een andere lidstaat, dan moet hij aan de volgende voorwaarden voldoen:
– De jaaromzet van de onderneming in de gehele Europese Unie bedraagt niet meer dan € 100.000; en
– De omzet van de onderneming overschrijdt niet de omzetdrempel van de lidstaat waar de prestaties worden verricht/belast zijn.
Wanneer de Europese jaaromzet de drempel overschrijdt moet de belastingplichtige de inspecteur binnen 15 werkdagen inlichten. Daarnaast zijn er ook administratieve vereisten. De ondernemer moet:
– Op voorgeschreven wijze kenbaar maken aan de Nederlandse inspecteur dat hij gebruik wil maken van de KOR in een andere lidstaat; en
– In Nederland zijn geïdentificeerd door een individueel nummer het achtervoegsel EX.
Tevens moet bij deze Europese KOR één maand na ieder kwartaal aan de inspecteur de totale Nederlandse omzet en EU-omzet worden doorgegeven.
Vereenvoudiging
Een belangrijk voordeel van de nieuwe KOR is dat de ondernemer er vanuit mag gaan dat registratie in de andere lidstaat niet meer noodzakelijk is en zodoende in de betreffende lidstaat ook geen BTW-aangifte meer hoeft in te dienen.
Op dit moment is het in Nederland niet mogelijk om van de KOR af te zien wanneer deze eenmaal is aangevraagd, tenzij niet langer aan de voorwaarden wordt voldaan. De mogelijkheid tot afmelding ontstaat pas na drie jaar. Vanaf 1 januari 2025 wordt deze termijn gewijzigd van drie naar twee jaar. Ondernemers die geen fiscaal voordeel meer hebben van de KOR kunnen dus eerder afzien van de KOR. Dit geeft ondernemers meer bewegingsvrijheid. Let op: Bij een overgang van de normale BTW regels naar de KOR of andersom kunnen er gevolgen zijn voor de aftrekbare voorbelasting uit het verleden.
In het geval dat een in Nederland gevestigde ondernemer vastgoed heeft in bijvoorbeeld Duitsland, kan de Nederlandse ondernemer in Duitsland (mits hij voldoet aan de voorwaarden) in de toekomst gebruik maken van de KOR. De ondernemer kan zijn voorbelasting dan niet aftrekken voor zover de kosten betrekking hebben op zijn vastgoed in Duitsland. Heeft de ondernemer tevens vastgoed in Nederland en maakt hij daar geen gebruik van de KOR, dan blijft aftrek van de BTW op kosten die betrekking hebben op het Nederlandse vastgoed wel mogelijk. Echter geldt voor de tegenovergestelde situatie waar de Nederlandse ondernemer de KOR toepast op de omzet behaald met zijn Nederlandse vastgoed dat er in Nederland én in het buitenland geen mogelijkheid is van aftrek van de voorbelasting. Past de ondernemer de KOR dus niet toe op zijn buitenlandse vastgoed dan moet er wel BTW voldaan worden maar is een aftrek van de voorbelasting niet mogelijk.
Lees ook
– BTW in het digitale tijdperk
– Toch overdrachtsbelasting bij aandelenoverdracht nieuw onroerend goed