Klagers: accountant schendt concurrentiebeding

Een accountant verkocht zijn kantoor en klanten om met pensioen te gaan. Maar na de verkoop bleef hij voor deze cliënten werken, verscholen achter een reeks bv's. Dat beweerden de kopers van zijn kantoor vrijdag bij de Accountantskamer.

De Brabantse accountant verkocht zijn kantoor voor ruim 2 ton om 'wat anders te gaan doen'. In het contract was een concurrentiebeding opgenomen. Dat 'wat anders' werd eerder 'iets vergelijkbaars', zo viel te destilleren uit de woorden van de klagers. De nodige klanten stapten over naar een administratiekantoor waarvan de accountant voor 62 procent aandeelhouder is. Ook is hij als enige tekeningsbevoegd bestuurder van deze onderneming.

Ook werknemers van het overgenomen kantoor stapten op en gingen bij dit administratiekantoor aan de slag. Een van hen zou zelfs gegevens van de onderneming van kopers hebben meegenomen. De accountant bevestigde vrijdag dat hij grootaandeelhouder en bestuurder van dit administratiekantoor is, maar zegt zich niet met de dagelijkse gang van zaken te bemoeien. Ook dat klopt niet, meende de klagers. Uit een mailwisseling zou blijken dat de accountant het beleid bepaalt. “En dus het personeel aanneemt'', aldus de raadsman van de klagers.

Het betreffende administratiekantoor waar de AA bestuurder van is, zou inmiddels als accountantskantoor geregistreerd staan. En dat kan alleen als er een accountant aan verbonden is: de betreffende AA dus. Hij ging helemaal niet met pensioen: hij ging gewoon op dezelfde voet verder, zo oordeelden de klagers. “Hij gaf aan voor eind 2015 alle klanten over te dragen maar factureerde erna gewoon via een van zijn bedrijven diezelfde klanten. Een zeer forse inbreuk van het concurrentiebeding.''

Maar zijn de klagers bij de tuchtrechter wel aan het juiste adres? De voorzitter gaf aan dat de Accountantskamer zich zal buigen over de vraag of ze in deze zaak wel een oordeel kan vellen. Het gaat hier om een zakelijk geschil waarvoor de klagers ook al naar de civiele rechter zijn gestapt. Centraal staat de vraag of de AA bewust regels van het accountantsberoep heeft overtreden. Zijn antwoord daarop was duidelijk: dat was niet het geval.

De accountant en zijn gemachtigde begrepen wel dat zaken anders geregeld hadden moeten worden. Hij gaf geen dagelijkse leiding aan het administratiekantoor waaraan hij verbonden is, maar degene die dat wel doet is helemaal niet gemachtigd. Er is wel zo'n machtiging, zei de AA, maar die is nooit gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. “En heeft dus jegens derden geen rechtskracht'', concludeerde een van de leden van de Accountantskamer.

In zijn laatste woord somde de accountant de gang van zaken nog eens bondig op. Hij had het streven zijn kantoor door te geven en zo arbeidsplaats te bieden voor zijn medewerkers. “De kopers hebben hun deskundigheid goed verkocht maar bleken van een heel ander niveau.'' Hij verweet ze een tekort aan kennis. Hij poogde ze enthousiast te maken voor accountantsopleidingen op zo die kennis op te krikken. “Er gebeurde niks. Dat dit zo uit de hand loopt, doet me pijn. Mijn medewerkers zijn in korte tijd afgedankt. Waarom is dit kantoor zo afgebroken?''

Vonnis over circa 15 weken.

(Zaaknr. 16/2213)

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle ]

Gerelateerde artikelen