Klager krijgt administratie niet terug

Een klager die 'het broddelwerk' zat was en de administratie zelf wilde gaan doen, krijgt de stukken niet terug. Ze daagde de twee verantwoordelijke accountants voor de tuchtrechter. Die dan weer wel, dan weer niet verantwoordelijk meenden te zijn.

Het gaat om eigen administratieve stukken die de klager niet terugkrijgt. De tuchtzaak is ingediend door de bestuurder van een organisatie die gesplitst werd vanwege een wetswijziging. De klaagster is werkzaam in de zorg. Binnen haar eenmanszaak moesten de werkzaamheden 'thuiszorg' en 'bewindvoering' gesplitst worden. Ze huurde een kantoor in die voor haar een notaris regelde om de splitsing op orde te maken. Toen ze na aandringen vroeg wie de notaris was, kreeg ze een naam door van iemand die helemaal geen notaris bleek te zijn, zo gaf ook de beklaagde registeraccountant toe. Hoewel de beklaagde volledig eigenaar is van dit administratiekantoor, is hij er als accountant niet aan verbonden. Zo vond hij zelf althans. Toch werden e-mails en brieven gericht aan die onderneming door hem ondertekend. De accountant gaf bewust de naam van de notaris niet af, zei hij, “om de klager in bescherming te nemen''. Hoewel hij aangaf dat hij eigenlijk gewoon de naam van de notaris had moeten geven, staat hij nog altijd achter deze werkwijze.

En dan het relaas rond de administratie. De klaagster wilde en wil haar stukken terug. Ze wacht al een halfjaar tevergeefs op teruggave. Het kantoor reageerde dat ze haar 'een afgeronde administratie 2016' wilde meegegeven en dat er nog over openstaande rekeningen gesproken moet worden. Maar die afronding kon niet plaats vinden omdat de klaagster geen toegang meer gaf tot het boekhoudprogramma. Hoewel ze zich richtte tot het kantoor, was het wel telkens de registeraccountant – die zei niet verbonden te zijn aan dit kantoor waarvan hij wel alle aandelen bezit – die reageerde. Hij zei zelf te reageren omdat de medewerker die ervoor verantwoordelijk was, niet altijd aanwezig was. En hij vond dat de klaagster een reactie verdiende. De reactie die uiteindelijk via een boze mail kwam, schoot bij mevrouw in het verkeerde keelgat. Ze voelde zich beledigd. Uit de tekst van de mail blijkt waarom. “Ook zaken waarvan je geen verstand van hebt, daarin wil je constant controle uitoefenen. Door zo te doen breng je je eigen bedrijf schade toe. Als dienstverleners niet doen was ze volgens jou zouden moeten doen, worden ze zonder blikken of blozen buiten de deur gezet'', citeerde de voorzitter enkele passages. De bestuurder van dit kantoor – geen accountant – gaf aan dat er inderdaad nog stukken van de klaagster op kantoor lagen. De vraag is of hij die stukken mag achterhouden. Uit reacties van de leden van de Kamer bleek dat het onverstandig zou zijn die stukken nog lang op kantoor te laten liggen.

Een van de leden van de Accountantskamer wilde nu wel eens duidelijk hebben waarom de registeraccountant telkens met antwoorden kwam maar toch stelde niet als accountant aan dit bedrijf verbonden te zijn. De vraag is wie vaktechnisch de verantwoordelijkheid neemt. De accountant reageerde dat dit administratiekantoor alleen voor startups bedoeld is. En dat hij in dit enkele geval ingegrepen had. “Door u te presenteren namens dit bedrijf bent u er als accountant aan verbonden. Of het voor één opdracht is, of meer, dat maakt niet uit'', reageerde de tuchtrechter. Een poging van de voorzitter om beide partijen in overleg te krijgen, liep stuk. De beklaagden wensten uitspraak.

Vonnis over circa 15 weken.

(Zaaknrs. 16/2492 en 16/2493)

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen