Klager: deskundige had accountant verwijt moeten maken
Die vraag stond centraal bij de tuchtzitting maandagmorgen in Zwolle. De klager is de zoon die de drukkerij van zijn ouders overnam. Het bedrijfspand zat tegen het ouderlijke huis aan gebouwd. Dit deel werd overgenomen door de zoon. In de jaarrekening 2007 bleek dat de hypothecaire lening op de balans stond, naast het feit dat het bedrijfspand al op de balans was opgenomen. Die dubbele melding had de accountant moeten zien, vond de zoon. In een procedure bij een kantonrechter werd dat verwijt al gemaakt. Een RA werd ingesteld als deskundige om dat vraagstuk uit te vogelen. Die oordeelde dat de familie dit al veel eerder had moeten ontdekken voordat de accountant het in zijn stukken tegenkwam. De betrokken accountant was immers niet bij de bedrijfsoverdracht betrokken. Hij oordeelde wel dat de accountant van de drukkerij de dubbeling ook had moeten zien. “Als er sprake was van een onbedoelde dubbele betaling, dan had dit meteen opgemerkt moeten en kunnen worden. En dat was op 8 maart 2007, de datum van notariële levering en het opmaken van de hypothecaire geldlening. Niet bij het opmaken van de balans dus”, aldus de raadsman van de deskundige.
Het deskundigenbericht van de RA besteedt echter onterecht geen aandacht aan kennis van balansen, meende de klager. De moeder van de klager kende de onderneming vanwege het opstellen van de balans. Maar haar taak bestond alleen uit het bijhouden van de administratie. “De dubbele betaling kon alleen ontdekt worden door degene die de balans kan lezen”, aldus de gemachtigde van de klager. En de deskundige had moeten melden dat de accountant dat had moeten zien. Het deskundigenbericht werd wel door de kantonrechter aangenomen en de zoon verloor de rechtszaak. Maar als de tuchtrechter de ondeugdelijkheid van dat rapport aantoont, dan hebben de klagers voldoende munitie om opnieuw naar de civiele rechter te stappen.
De betrokken accountant-deskundige vroeg zich in zijn laatste woord af wat hij anders had moeten doen. “Ik ben verrast door deze klacht. Ik werk heel zorgvuldig: ik heb de opdracht geïnterpreteerd en elk stukje informatie dat ik kreeg, heb ik genoemd. Ik heb mijn argumentatie volstrekt duidelijk gemaakt en dat in concept naar partijen gestuurd. Hun reacties voorzie ik dan van commentaar. Dat is allemaal gebeurd en dan komen klagers na afloop met de opmerking dat ze van niets wisten. Dat is natrappen.”
Vonnis over tien tot vijftien weken.
(Zaaknr. 16/671)
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]