Klagen over KPMG-accountant strandt bij de tuchtrechter

Er was geen aanleiding voor de accountant om de goedkeurende controleverklaring bij de jaarrekening 2023 van pensioenfonds ABP te onthouden. Dat concludeert de tuchtrechter in de klacht tegen een accountant van KPMG. De Accountantskamer voegt toe dat ze geen oordeel kan vellen over de volgens klagers vermeende onjuiste pensioenwetgeving.
De klacht is op alle onderdelen ongegrond verklaard. De klagers ontvangen een pensioenuitkering van het ABP, het grootste pensioenfonds van het land. Ze zijn het oneens met de manier waarop dit fonds te werk gaat. “Het is een maatschappelijke discussie die men aan wil zwengelen”, zei advocaat Van der Velden namens de beklaagde accountant.
Verkeerde adres
Haar verweer, dat klagers bij de tuchtrechter aan het verkeerde adres zijn voor deze discussie, wordt door de Accountantskamer bevestigd in een nawoord. De rechter merkt hierin op dat klagers moeite hebben met de inhoud van al dan niet gewijzigde wet- en regelgeving voor pensioenen het toepassen daarvan door het ABP. “De Accountantskamer kan echter geen oordeel geven over de (on)juistheid van wet- en regelgeving”, schrijft de tuchtrechter in haar oordeel.
De klagers menen onder meer dat de verdeling van risico’s bij de uitvoering van de pensioenregeling bij het ABP onjuist is. Zo zou ten onrechte in de jaarrekening staan dat de Voorziening Pensioenverplichtingen (VPV) voor risico is van de stichting ABP en dat ook het ABP zelf de beleggingsrisico’s draagt.
Risico’s bij deelnemers
De klagers menen echter dat risico’s vooral bij de deelnemers liggen. Zo wijzen klagers erop dat de opgebouwde rechten ‘voorwaardelijke verplichtingen’ zijn van het fonds, waarmee volgens hen wordt erkend dat het ABP geen garanties geeft over de hoogte van de pensioenuitkeringen.
Volgens de accountant gaat het hier om een ’toegezegde pensioenregeling’ conform de regels van de Pensioenwet. In lijn met de RJ 610, een verslaggevingsstandaard voor pensioenfondsen, wordt hiervoor een pensioenverplichting voor risico pensioenfonds bepaald, omdat dit kwalificeert als een regeling waarbij het pensioenfonds in belangrijke mate de risico’s draagt.
Toegezegde pensioenregeling
De Accountantskamer overweegt dat het ABP spreekt over een toegezegde pensioenregeling en niet een regeling waarbij de uitkering wordt bepaald door de beleggingsresultaten waarbij de risico’s volledig bij de pensioengerechtigden liggen.
Juist het pensioenfonds draagt in belangrijke mate die risico’s. Met de accountant is de tuchtrechter het eens dat de beleggingen voor risico van het fonds zijn en dat er geen aanleiding was zijn goedkeurende controleverklaring bij de jaarrekening 2023 te onthouden.Ook andere klachtonderdelen raken geen doel.