Klachten over ‘ongunstige cijfers’ ongegrond

Een accountant zou bij de berekening in een scheidingsprocedure voor een klaagster ongunstige cijfers hebben gebruikt. Volgens de Accountantskamer heeft de accountant zich – wellicht anders dan de klaagster had gewenst – netjes gehouden aan de opdracht door het gerechtshof.

De klachten tegen de accountant zijn in alle onderdelen ongegrond verklaard, vonniste de tuchtrechter deze week. De vrouw lag in scheiding met haar man die een agrarisch bedrijf bestiert. De accountant moest een rapport opstellen voor het verdelen van de kosten van de gemeenschappelijke huishouding tijdens de huwelijksperiode. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wilde weten op welke wijze de boedel verdeeld moest worden, maar stelde wel regels op volgens welke de beklaagde zijn berekeningen moest opstellen. Volgens de klaagster is de accountant er herhaaldelijk op gewezen dat er twijfel bestond over de juistheid van de door hem aangenomen feiten. In zijn vermogensberekening nam hij de restwaarde van het bedrijf en auto niet mee en nam hij de schenking van de vader aan de vrouw – tevens klager – mee als een schuld van de man. Hierdoor daalde diens vermogen en werd de klagende vrouw dubbel benadeeld. En ook nam hij een schenking van de moeder aan de man mee in de woning, waardoor de woning nooit 50/50 kan worden verdeeld, aangezien de man door deze schenking een groter aandeel heeft in de woning.

De accountant kwam laatstgenoemde schenking niet tegen in de aangiften inkomstenbelasting. “Evenmin is door de rechtbank een vordering aan de man toegewezen uit hoofde van dit punt. Wanneer het bedrag is gebruikt voor de aankoop of verbouw van de woning, dan gaat het vervolgens niet meer om de werkelijke bedragen die in de woning zijn geïnvesteerd, omdat overeenkomstig de aanwijzing van het gerechtshof uitgegaan moet worden van de WOZ-waarde van de woning voor de vaststelling van de hoogte van ieders vermogen. De woning is door mij als gemeenschappelijk bezit aangemerkt, waarvan aan ieder van de partijen de helft is toegerekend'', aldus het verweer van beklaagde. Deze conclusie is door klaagster onvoldoende betwist, meende de tuchtrechter. De accountant besteedde wel aandacht aan de schenking. Klaagster had haar grieven kunnen uiten bij het gerechtshof, maar besteedde er toen geen aandacht aan. Dit punt is daarom ongegrond, aldus de tuchtrechter.

Ook berekeningen over de auto en de andere schenking werden niet weerlegd. De klaagster meende ook dat de accountant een deskundigenrapport had opgesteld over vermogens in een agrarisch bedrijf terwijl hij geen specialist op dat gebied is. Hij had moeten inzien dat zijn bevindingen te summier waren voor een dergelijk complexe zaak. “Door overname van het bedrijf van de moeder aan de man is het fiscaal aantrekkelijk geweest om een laag vermogen te boek te hebben, dit was mogelijk door allerlei doorschuifmogelijkheden van moeder naar de man. Er is dus sprake van stille reserves. Daarnaast kunnen agrariërs hun loon verrekenen, een goed met een slecht jaar. Het is niet zichtbaar wat er allemaal verrekend is waardoor de man een negatief inkomen heeft kunnen genereren'', meende de klaagster. Maar de accountant werkte eerder 14 jaar “bij een thans landelijk werkende accountants-adviesorganisatie, die voor een groot deel gespecialiseerd is in de agrarische praktijk. Vervolgens ben ik als accountant 5 jaar betrokken geweest bij de agrarische praktijk van een middelgrote accountantsmaatschap. Daarnaast heb ik de opleiding Register Belastingadviseur gevolgd, waarin ook een deel van de opleiding gericht is op specifieke belastingproblematieken rond de agrarische sector, waaronder de door klaagster genoemde doorschuifregelingen en afschrijvings- mogelijkheden'', verweerde de accountant zich. Hij achtte zich voldoende deskundig en de Accountantskamer vond ook dit onvoldoende weersproken.

Lees ook:

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen