Klacht tegen voorzitter raad van bestuur PwC ongegrond
Zaaknr. 19/340
Lees ook: 'PwC controleerde dossiers renteswaps niet'
Niet alleen is klager Swapschade BV aan het verkeerde adres, ook bood ze PwC veel te weinig tijd om te reageren.
Dat bepaalde de Accountantskamer een maand na de zitting in juni. Onderzoeker Pieter Lakeman, opererend onder de naam Swapschade BV, wilde dat het accountantskantoor de naam van de accountant bekendmaakt die herstelaanbiedingen rond renteswaps van de ING controleert. Hij treedt op namens een vastgoedondernemer die gedupeerd is door de aankoop van rentederivaten en recht heeft op een vergoeding van de bank. Het was een van vele mkb-bedrijven die door de banken onvoldoende geadviseerd zijn, stelde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) eerder al vast.
Op grond van het zogeheten 'Herstelkader' uit 2016, dat is overeengekomen met de banken, hebben deze bedrijven uit midden- en kleinbedrijf recht op compensatie. Accountants van EY, Deloitte en PwC controleren of alles volgens afspraak verloopt. Het betreffende vastgoedbedrijf kreeg een compensatie aangeboden die volgens Lakeman tonnen te laag is. Hij wil de controlerend accountant vragen stellen over dat aanbod. Omdat PwC dat weigerde, diende Lakeman een tuchtklacht in tegen de voorzitter van de raad van bestuur van PwC.
En daarmee heeft hij de verkeerde gedaagd, valt uit de uitspraak op te maken. De beklaagde heeft een beleidsbepalende functie in het accountantskantoor, maar is geen bestuurder. En dat maakt dat hij niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk gehouden kan worden voor de vermeende weigering om informatie te verstrekken. Maar ook als de beklaagde wel bestuurder was, had de klacht weinig kans van slagen, voegt de tuchtrechter toe. PwC kreeg feitelijk slechts een dag de tijd te reageren op het verzoek de naam openbaar te maken. Bovendien stond in dat verzoek nog niet ING maar ABN Amro als bank genoemd.
“Een dergelijk korte termijn is naar het oordeel van de Accountantskamer kennelijk onredelijk'', staat in de uitspraak te lezen. PwC reageerde nog wel wel op tijd: in een e-mail gaf ze aan zo spoedig mogelijk terug te komen op het verzoek. Dus op het moment dat Lakeman zijn klacht indiende, was nog niet eens sprake van weigering van medewerking door PwC. Later besloot het accountantskantoor overigens alsnog dat ze niet mee wilde werken aan het openbaar maken van de naam.
(Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle)