Klacht tegen RA over onjuist verwerken leningovereenkomsten ongegrond[14/3134]

Een assurantiebedrijf ontdekte na de overname in 2013 van een groep vennootschappen in dezelfde sector een paar onaangename verrassingen. Zo bleken er twee leningen van bij elkaar een ton te bestaan van de ene overgenomen BV aan een andere, die vooraf niet gezien waren in de boeken. De registeraccountant die de jaarrekening over onder meer 2012 samenstelde krijgt de schuld. Hij is aangeklaagd door de overnemende partij.
Volgens het verweer van de beklaagde voor de Accountantskamer heeft hij wel twee bankafschriften gezien met mutaties die betrekking hadden op geldleningsovereenkomsten. De stortingen zouden afkomstig zijn van de ondernemer in privé, die op die manier de rekening-courant schuld van de holding van vier ton heeft verlaagd.  Het geld had de ondernemer weer van derden, die door de aangeklaagde RA ‘buren’ werden genoemd. 
De registeraccountant was niet op de hoogte van een mogelijke overname en trekt in twijfel dat die al aan de orde was toen de leningen werden verstrekt. Verder betwist hij via zijn advocaat Natasja de Louwere dat klagers er nadeel van hebben ondervonden. ‘Bij de transactie tussen [overgenomen partij, X] en klagers was afgesproken dat [X] de zogenaamde botenportefeuille mocht houden. Toen koper bekend werd dat er twee geldleningsovereenkomsten waren gesloten ieder voor 50.000 euro ten laste van de gekochte vennootschap is hiervoor een regeling getroffen ter compensatie.’ Die regeling hield in dat verkoper de botenportefeuille alsnog overdroeg, waarmee de schuld vereffend zou zijn.
De koper van de groep vennootschappen klaagt er ook over niet op de hoogte te zijn geweest van een ‘compte jointe’ overeenkomst van de overgenomen bv’s met de bank, maar daar was de betrokken RA ook niet van op de hoogte. Die was jaren voor zijn bemoeienis tot stand gekomen. Als samensteller had hij ook geen onderzoek plicht, wierp zijn advocaat op.
De vertegenwoordiger van de klagende partij kwam overigens pas opdagen toen de zitting voor de Accountantskamer nagenoeg was afgelopen: hij had het tijdstip verkeerd gelezen. Hij kreeg geen gelegenheid zijn pleidooi te overhandigen, laat staan uit te spreken.
Vonnis:
De Accountantskamer heeft een tuchtklacht tegen een RA dat die bij de samenstelling van een jaarrekening twee leningovereenkomsten onjuist zou hebben verwerkt, ongegrond verklaard. Ook de klacht dat de accountant een ‘compte jointe’-overeenkomst, inhoudende een garantiestelling ten behoeve van een derde, onjuist heeft verwerkt, werd verworpen.
Hetzelfde geldt voor de klacht dat de accountant twee minderheidsaandeelhouders onvoldoende voorgelicht zou hebben over de leningen en de garantiestelling.
  
Volgens de Accountantskamer is de klacht is ongegrond omdat niet is komen vast te staan dat de RA kennis had, dan wel had moeten hebben, van die overeenkomsten, dan wel de in dit geval van de leiding van de vennootschap verkregen inlichtingen niet voor aannemelijk mocht houden.
De zaak draaide om een assurantiebedrijf dat na de overname in 2013 van een groep vennootschappen in dezelfde sector een paar onaangename verrassingen ontdekte. Zo bleken er twee leningen van bij elkaar een ton te bestaan van de ene overgenomen BV aan een andere, die vooraf niet gezien waren in de boeken. De registeraccountant die de jaarrekening over onder meer 2012 samenstelde kreeg de schuld, zo bleek tijdens de zitting van de Accountantskamer in april van dit jaar. Hij werd aangeklaagd door de overnemende partij. Opmerkelijk tijdens de zitting was dat de vertegenwoordiger van de klagende partij pas kwam opdagen toen de zitting voor de Accountantskamer nagenoeg was afgelopen: hij had het tijdstip verkeerd gelezen. Hij kreeg geen gelegenheid zijn pleidooi te overhandigen, laat staan uit te spreken
[14/3134] (Door: Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle)
Gerelateerde artikelen