Klacht tegen RA gedeeltelijk gegrond; geen maatregel

Een tuchtklacht tegen een RA die was ingediend door een CV, waarvoor de accountant zowel als bestuurslid/penningmeester en administratief dienstverlener handelde, is door de Accountantskamer gedeeltelijk gegrond verklaard, maar er werd geen maatregel opgelegd.

Voor zijn werkzaamheden voor de CV, waarbij de RA zijn vakbekwaamheid van accountant heeft ingezet, is hij (als accountant in business) in beide hoedanigheden tuchtrechtelijk aanspreekbaar, ook al heeft hij van zijn titel als RA geen gebruik gemaakt.

Evenmin is van belang dat het opstellen van de concept-exploitatierekening en het ter goedkeuring voorleggen aan de leden van de CV een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het bestuur is, nu betrokkene grotendeels de scribent is van die exploitatierekeningen en gesteld noch gebleken is dat hij binnen het bestuur daarvan afstand heeft genomen.

De jaaroverzichten en de daarbij behorende toelichtingen van deze kleine rechtspersoon vertonen meerdere gebreken, maar gebreken zijn in deze specifieke casus materieel bezien van gering gewicht. Nu echter daarnaast in de jaaroverzichten aanzienlijk meer gedetailleerde informatie is opgenomen dan door de wet vereist, kan in ieder geval niet worden gezegd dat door de werkwijze van betrokkene afbreuk wordt gedaan aan het inzicht dat de beoogde gebruikers dienen te krijgen.
 
Mede gezien het feit dat betrokkene zijn werkzaamheden niet als openbaar accountant, maar als accountant in business heeft verricht en dat in het geheel niet is gebleken dat betrokkene de gebruikers van de exploitatieverslagen, te weten de leden van de CV, daarmee op het verkeerde been heeft gezet, laat staan heeft willen zetten, is de Accountantskamer van oordeel dat in deze kan worden volstaan met gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht zonder oplegging van een maatregel.

 Procedurenummer 15/255 Wtra AK

Gerelateerde artikelen