Klacht tegen RA die vasthield aan geheimhoudingsplicht ongegrond
De RA weigerde een opdrachtbevestiging van de Autoriteit Consument & Markt (ACM, voorheen NMa) aan het taxibedrijf te verstrekken. De betrokken accountant heeft van de ACM expliciet te horen gekregen dat hij niet ontheven wordt van zijn geheimhoudingsplicht en had dus geen keus.
De RA heeft in opdracht van de ACM onderzoek gedaan naar de solvabiliteit en liquiditeit van het taxibedrijf in verband met het voornemen van de ACM om aan het bedrijf een boete op te leggen. Om te kunnen beoordelen of de RA bij de uitvoering van deze opdracht in strijd heeft gehandeld met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep vroeg het taxibedrijf aan de RA om een afschrift van zijn opdrachtbevestiging aan de ACM. De accountant weigerde dat met een beroep op zijn geheimhoudingsverplichting; de ACM heeft desgevraagd betrokkene geen toestemming gegeven om aan klaagster een afschrift van de opdrachtbevestiging te doen toekomen. Het taxibedrijf was van mening dat de RA zich ten onrechte op zijn geheimhoudingsverplichting beroept. Zulks ten onrechte, mede gezien art. 16 sub d. stond het betrokkene niet vrij de tussen hem en de ACM geldende vertrouwelijkheid te doorbreken, zo oordeelt de tuchtrechter. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond.
Lees ook: