Klacht tegen accountant over belangenverstrengeling ongegrond
De klager zat in de opstartfase van een manege in het Gelderse Kootwijkerbroek toen hij en zijn compagnon de financiering niet rond kregen. De accountant, die een investeringsmaatschappij heeft, bood de helpende hand. Vervolgens bleken er administratieve problemen. De klager vroeg de beklaagde of hij er naar wilde kijken. Daarna zou de accountant zijn onafhankelijkheid opzij gezet hebben voor eigen geldelijk gewin.
De klager heeft volgens de Accountantskamer echter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de betrokkene handelde in strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit. De klager en de accountant hadden uiteenlopende belangen. De beklaagde overlegde een lijst met opgestelde specificaties aan een medewerkster van een accountantskantoor en lichtte deze toe. Hij zag dus terecht een bedreiging voor zijn objectiviteit en trof de juiste waarborg.
Dat de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar handelde alleen al door de jaarrekening op te stellen, achtte de tuchtrechter onvoldoende gemotiveerd. De klacht is ongegrond verklaard.
Lees ook:
• Accountant: handelen verdiende niet schoonheidsprijs
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]