Klacht tegen ex-AA die klantenbestand kaapte ongegrond
Zaaknr. 20/1467
Door Jan Smit
De eigenaar van een coachingbureau die een inmiddels voormalige AA beschuldigde van het wegkapen van klanten heeft haar klacht onvoldoende onderbouwd. Reden voor de Accountantskamer haar grief ongegrond te verklaren.
Wij schreven eerder over deze zaak: Coachingsbureau beticht AA van poging tot wegkapen klanten
Het kantoor van de (ex-)accountant heeft een ex-werkneemster van het coachingbureau in dienst. Zij zou klanten van dit bedrijf hebben benaderd en hebben bestookt met brochures waarvan de teksten sterk leken op die in brochures en op de website van het bureau. Dat kon geen toeval zijn, meende klaagster.
De werkneemster werkte tot 1 januari 2019 bij het coachingsbureau. Omdat ze meer uren wilde werken en wel eens wat anders wilde, stapte ze over naar Tennet. Maar daar werd haar halfjaarcontract niet verlengd. Vervolgens bood het accountantskantoor haar een baan aan.
Sinds april 2020 leent haar nieuwe werkgever haar een paar dagen per week uit aan een coaching- en adviesbureau dat de AA rond diezelfde tijd heeft opgericht. De accountant bezit alle aandelen van dit bureau waarbij zijn vrouw de scepter zwaait.
Niet lang daarna kwam klaagster ter ore dat de ex-werkneemster namens dit nieuwe bureau klanten van haar zou benaderen met de vraag of ze hen informatiemateriaal mocht toesturen; brochures waarvan de teksten ook nog eens wel heel veel leken op die uit folders van haar bureau.
Drie grote klanten, waaronder Techniek Nederland, goed voor liefst 80 procent van de omzet van haar bureau, en Loohuis Installatietechniek, hebben dat volgens klaagster via de mail bevestigd.
Dat het nieuwe bureau juist deze klanten benaderde, is volgens klaagster geen toeval. De AA verzorgde van 2013 tot 2015 haar aangiftes ib. Ergo: hij wist wat de grootste klanten waren. Klaagster stopte in 2015 met de accountant omdat deze volgens haar maar bleef zeggen: wat heeft u toch veel omzet, hoe doet u dat toch? “Dat begon me te irriteren; ik dacht: waar bemoei je je mee?”, aldus klaagster eind november tijdens de zitting.
Volgens de AA berustte het allemaal wel op toeval. “Die aantijging is nergens op gefundeerd. Van de administratie van het coachingbureau hebben wij helemaal geen kennis. Van het schenden van de vertrouwelijkheid kan dus helemaal geen sprake zijn,” aldus Ad van Engelen, gemachtigde namens de AA en zelf RA, tijdens diezelfde zitting.
Het kopiëren van teksten uit brochures en van de website is volgens Van Engelen evenmin aan de orde: “Dat is pertinent onjuist. Ik weet bij God niet waar ze dat vandaan haalt.”
Voor klaagster reden te citeren van de website. Van Engelen: “Ja, parallellen vindt je natuurlijk al snel wanneer je in dezelfde branche actief bent.”
De AA zelf tekende daarop aan dat deze tekst van de website niet bij de stukken zat. Dat gold ook voor de mails van de klanten waarin zij verklaren dat ze door de ex-werkneemster zijn benaderd.
Daar had hij een punt, beaamde de voorzitter – stukken mogen tot tien dagen voor de zitting worden toegevoegd. Voor de preses reden de zitting te schorsen.
Na de hervatting gaf hij klaagster een advies. Als zij de klacht zou intrekken, kon ze met behulp van een advocaat een nieuwe klacht indienen waarbij ze de mails van de klanten en de teksten uit de brochure en van de website alsnog als bewijs zou kunnen inbrengen.
Na een tweede schorsing liet klaagster weten daarvan af te zien. “Ik denk dat er voldoende bewijs op tafel ligt,” lichtte ze toe
Daar denkt de Accountantskamer anders over. Volgens de uitspraak heeft de AA de klacht ‘gemotiveerd bestreden’. Daarom lag het volgens de tuchtrechters op de weg van klaagster haar stellingen verder te onderbouwen. Klaagster heeft dit niet tijdig gedaan. Zij heeft op de zitting wel verwezen naar een aantal stukken (e-mailberichten van klanten en een brochure van het coachingsbureau), maar die zijn te laat ingediend. Dat maakt het bewijs volgens de Accountantskamer te licht.