Klacht ingetrokken? Logisch dat er dan geen tuchtzaak volgt

Intrekken klacht was deel van een dea van een ondernemer met een curator.

Onderdeel van een schikking tussen een curator en een zorgondernemer uit Hengelo was dat de tuchtklacht tegen een door de curator ingeschakelde forensisch accountant werd ingetrokken. Toch stapte de zorgondernemer daarna naar de Accountantskamer. De tuchtrechter meent dat de accountant er op mocht vertrouwen dat de tuchtzaak van de baan was.

Harmonie Zorg uit Hengelo ging in 2020 failliet waarna de curator op een aantal opvallende zaken stuitte. De curator vroeg een forensisch accountant uit Enschede om nader onderzoek te doen. Die bracht een rapport op blanco briefpapier en zonder naam uit. Een gebruikelijke gang van zaken, zo schreef de accountant aan de curator toen die hem verzocht het rapport te ondertekenen.

Het onderzoek was voor intern gebruik alleen. De werkzaamheden “bestaan onder meer uit het verzamelen, analyseren en het aan u verstrekken van gegevens. De verantwoordelijkheid voor de beslissing omtrent het vervolg zal te allen tijde berusten bij de curator van Harmonie Zorg BV”, zo schreef de accountant.

Accountant stelt curator aansprakelijk
De curator besloot het rapport toch in te brengen bij een gerechtelijke procedure en vermeldde daarbij ook de naam van de accountant. De rechter besloot in die civiele zaak in oktober 2021 dat de zorgondernemer vijf jaar lang geen bedrijven mag besturen. Ook moest hij 150.000 euro betalen, als voorschot op het totale tekort in de faillissementen.

Daarna stapte de zorgondernemer naar de Accountantskamer met een klacht tegen de forensisch accountant. Pas toen leerde de accountant dat de curator zijn rapport en naam in een procedure had gebruikt. Hij stelde de curator meteen aansprakelijk wegens het zonder zijn toestemming in een gerechtelijke procedure gebruiken van zijn rapport, trok dat rapport in en dwong rectificatie af van het faillissementsverslag.

Schikking met de curator
Ondertussen was de zorgondernemer in beroep gegaan tegen de uitspraak van de civiele rechter. Bij het gerechtshof trof hij met de curator een schikking. Onderdeel van die overeenkomst was dat hij de tuchtklacht tegen de accountant introk.

Toch besloot hij eind 2024 alsnog een klacht in te dienen. De klager meent dat er sprake is van dwaling bij de schikking. De ondernemer ging akkoord en dacht dat hij, met deze overeenstemming, ook weer gewoon bestuurder kon worden van een bedrijf. Dat bleek een misvatting: die uitspraak bleef staan.

Accountant beïnvloed
Ook meent de zorgondernemer dat de accountant beïnvloed was door een in opdracht van de gemeente Enschede opgesteld rapport – waaruit onder meer bleek dat gelden uit de zorgonderneming als privéleningen werden verstrekt zonder dat deze regelmatig werden ingelost. Onzin, meende de advocaat van de accountant. “Dat rapport kende mijn cliënt niet.”

Mocht de klager opnieuw een tuchtklacht indienen? Formeel gezien mag dat. Alleen valt de Accountantskamer hier op dat de zorgondernemer geen stappen heeft gezet om de schikking te vernietigen wegens dwaling. En dat de zorgondernemer meent dat zijn advocaat hem toen onjuist heeft geadviseerd, doet niets af aan de rechtsgeldigheid van de schikking.

Definitief was afgewikkeld
De forensisch accountant was formeel geen partij in die schikking, maar hij mocht daar wel rechten aan ontlenen. Hem werd meegedeeld dat de klacht was ingetrokken en de accountant trof daarna met de curator een definitieve regeling. De accountant mocht er op vertrouwen dat de klacht definitief was afgewikkeld.

Ook blijkt nergens uit dat de beklaagde een drempel opwierp om een nieuwe klacht te voorkomen. Dat alles maakt dat de klager in de ogen van de Accountantskamer misbruik maakt van zijn bevoegdheid om te klagen. En dat maakt de klacht niet-ontvankelijk.

Gerelateerde artikelen