Klacht ex-schoonzoon tegen voormalige RA niet-ontvankelijk

De Accountantskamer neemt de klacht van een voormalige schoonzoon tegen een oud-RA niet in behandeling. Klager heeft de zaak te laat aanhangig gemaakt, menen de tuchtrechters.

Door Jan Smit

Zaaknr. 21/384

Wij schreven eerder over deze zaak: Ex-schoonzoon beticht voormalige RA van belangenverstrengeling

Klager bevroedde volgens de uitspraak al voor 1 januari 2016 dat zijn schoonvader mogelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar had gehandeld. Hij had vervolgens drie jaar de tijd om de klacht in te dienen. Dit gebeurde pas in maart dit jaar. Daarmee is de klacht niet-ontvankelijk.

Klager was tot 2015 getrouwd met de dochter van de voormalige RA, die laatstelijk actief was als senior accountant bij Flynth. Eind 2014 maakte zij bekend dat ze van hem wilde scheiden. Volgens klager heeft de accountant een belangrijke rol gespeeld bij het opstellen van het echtscheidingsconvenant. Hij is daardoor naar eigen zeggen voor zo’n kleine 20.000 euro benadeeld.

Klager en zijn ex hadden in 2007 75.000 euro geleend bij hun (schoon)vader en een zwager/broer voor de aankoop van een appartement in Antwerpen. De (ex)-schoonvader drong er bij de scheiding op aan dat dit goed op papier zou komen te staan. 

Dat klager van deze schuld het grootste deel voor zijn rekening nam was omdat hij zich daar moreel toe verplicht voelde. Pas vorig jaar, toen hij een advocaat in de hand nam omdat de boedel nog steeds niet helemaal is verdeeld, ontdekte hij naar eigen zeggen dat die niet in de haak was. Klager en zijn ex waren getrouwd in gemeenschap van goederen. Oftewel: beiden hadden de helft van de schuld moeten krijgen.

Klager tijdens de zitting in augustus: “Ik dacht altijd: dit hoort erbij, iedere scheiding is nu eenmaal pijnlijk. Mijn advocaat maakte mij erop attent dat dit niet strookte met de beroepsregels. Ze adviseerde mij een klacht in te dienen. Eerst wilde ik daar niet zo aan, ik heb de dialoog opgezocht. Maar hij gaf steeds niet thuis. Daarom zijn we nu hier. Ik wil het onrecht dat mij is aangedaan rechtzetten.”

Volgens de Accountantskamer had klager al eerder kunnen vermoeden dat zijn voormalige schoonvader mogelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Immers, al in 2015 besloot hij zich coulant op te stellen door een (te) groot van de schuld op zich te nemen; hij veronderstelde dus al dat hij werd benadeeld. Ook voelde hij zich al in 2015 onder druk gezet. 

Gerelateerde artikelen