Klacht: debacle bij overname staalbedrijf ‘schuld van accountants’

De overname van Meijers Staalbouw in het Zeeuwse Serooskerke in 2013 leidde tot een debacle voor de koper, de Hoondert Groep. Die trof een veel minder lucratief bedrijf dan verwacht en moest al snel de stekker eruit halen. In 2014 ging Meijers, met rond de zestig mensen in dienst, failliet. Het fiasco van de overname is volgens Hoondert de schuld van accountants, die een veel te rooskleurig beeld zouden hebben geschetst van het metaalbedrijf.

Drie registeraccountants van hetzelfde kantoor zijn aangeklaagd bij de Accountantskamer in deze kwestie. Het gaat om een accountantskantoor dat al decennialang optrad voor Hoondert. De twee broers gingen er daarom zonder meer van uit dat zij ‘gesteund en begeleid’ zouden worden door hun huisaccountant, die de overnamekandidaat zelf heeft aangedragen.

Go-between

Maar zo lag het niet volgens de RA’s en dat moesten hun cliënten van destijds weten. Ook Meijers maakte deel uit van hun klantenbestand en het was volgens hen volstrekt duidelijk dat ze zowel voor de koper als voor de verkoper optraden, als go-between. In besprekingen waarbij alle partijen aan tafel zaten zou meermaals uitdrukkelijk geadviseerd zijn dat koper en verkoper ieder hun eigen adviseur zouden nemen. De broers ontkennen dat even nadrukkelijk.

Verkeerde been

Volgens hun advocaat is het een samenstel van verschillende factoren, waardoor de overnemers op het verkeerde been zijn gezet. En de accountants ‘hebben die factoren laten ontstaan’, zegt hun advocaat. De cijfers van het eerste kwartaal van 2013 waren doorslaggevend voor Hoondert om in zee te gaan met Meijers. Reeds in april van dat jaar werd de koop gesloten.

Diverse posten bleken niet correct geboekt, stelt de klager. Zo was verzuimd een aanzienlijk aantal openstaande vakantie-uren van werknemers op te nemen. Voorraad was wel bijgeboekt, maar niet afgeboekt. Urenregistratie in de projectadministratie beek niet te kloppen. Het softwarepakket voor de projectadministratie zou niet deugen, want gaf bijvoorbeeld geen waarschuwing bij dreigend verlies. Achteraf bleek geen enkele van de onderhanden projecten winstgevend, zoals gedacht, maar verliesgevend. Volgens klagers ging het in de eerste twee kwartalen van 2013 om een verlies van ruim 585.000 euro.

Koopprijs extreem laag

Betrokkenen wezen vooral op de eigen verantwoordelijkheid van de ondernemers. ‘Zij wisten van de beperkte rol van het accountantskantoor’. Ook beschikten zij over voorgaande documenten, waaruit al duidelijk was dat het geen bloeiende onderneming betrof. Zoals een concept jaarrekening 2012, waarin een verlies becijferd was van 935.000 euro. Over het eerste kwartaal 2013 hebben de accountants geen zekerheid verschaft. En dat achteraf projecten verliesgevend waren, kwam volgens de advocaat van betrokkenen vooral omdat juist na de overname de kosten ‘enorm’ gestegen waren. ‘Door een beleidswijziging. In plaats van de oude, eigen kranen te gebruiken die nog prima waren, gingen ze kranen inhuren.’ En zo steggelden partijen voort over de onderdelen.

Bovenal moest de overnameprijs de kopers, volgens de betrokkenen ervaren ondernemers, ook met overnames, waarschuwen. Die was namelijk extreem laag: vier euro voor het bedrijf en 1,5 miljoen voor het bedrijfspand, dat was getaxeerd op het dubbele. Dan denk je niet direct aan een bloeiende onderneming.

Uitspraak over enkele weken.

(Zaaknummers 16/1699, 1700, 1701)

[Door: Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen