Klacht: beslagleggen onder cliënten is schenden geheimhouding

Al enkele maanden  na het begin van de samenwerking, waarbij beiden zelfstandig bleven,  ontstond er een conflict over een nieuwe relatie, een makelaar. ‘Ik heb de opdrachtbevestiging getekend’, zei de klager, ‘Hij zou het contact uitbouwen. Ik zou een derde van de declaraties krijgen voor ondersteuning. ’ Na maanden bleek dat er nog geen enkele factuur de deur uit was gegaan.  ‘Ik ben daarvan geschrokken. Het ging om 80.000 euro, dat is een fors bedrag voor een kleine organisatie als de mijne.” 

Geen verhaal
Het conflict leidde tot het uiteengaan van de partijen. De rechter heeft in een civiele procedure geoordeeld dat de nu klagende RA als afronding nog 13.000 euro aan zijn tegenstander moest betalen.  Hij reageerde echter op geen enkele sommatie daartoe. ‘Ik erken de vordering, maar meen een tegenvordering te hebben. Ik ben met alle problemen blijven zitten. ‘ Mede doelend op de factuur aan de makelaar, waar geen verhaal te halen viel. 

Daarna werd beslag gelegd onder cliënten van klager, die hen daardoor heel wat uit te leggen had. Hij zou zelfs twee belangrijke verloren hebben. ‘Wat moest ik nog doen om mijn geld te krijgen’, wierp de beklaagde tegen. “Een faillissementsaanvraag is te verstrekkend’. De man ontkent dat hij de uitgezochte cliënten uit het bestand van zijn voormalige collega heeft geplukt. ‘Ik heb wel wat namen gehoord, maar dan weet je nog niet precies welke onderliggende vennootschappen je moet hebben.’ Dat is uitgezocht met gegevens van de KvK en met hulp van een recherchebureau. ‘Het is toeval dat ik de juiste getroffen heb.’ Het beslag heeft doel getroffen.

De Accountantskamer doet over tien tot vijftien weken uitspraak.

 

Zaaknummer: 14/1402 

Petra van Walraven / JPZ