Klacht: accountants vroegen onterecht faillissement aan
Dat beweerde het slachtoffer van die aanvraag. Volgens de accountants reageerde de klant maar niet op aanmaningen en sommaties.
Zaaknr. 18/161 & 18/200
Het is geen lichtvaardig te nemen stap, de aanvraag van een faillissement. Daarom bleven de leden van de Accountantskamer doorvragen over de reden tot het zetten van die stap, bleek maandag bij de tuchtrechter. De klager is de enig bestuurder van een startup dat nagenoeg zonder kapitaal zat. Hij vroeg de hulp in van de twee accountants. Onder de voorwaarde van 'no cure no pay' zou het accountantskantoor helpen in de zoektocht naar financiers, zo zette hij uiteen.
Die werden gevonden in twee klanten van het kantoor. Ook vonden de accountants een niet onbekende kok bereid in het project te participeren. De kok investeerde niet, benadrukte de klager, en dat deden de twee klanten uiteindelijk ook niet. Nou ja, ze betaalden 2.000 en 4.000 euro, maar een beloofd totaal van 150.000 euro bleef achterwege. Toch stuurde het kantoor een factuur die door de klager betwist wordt. Volgens hem wist het kantoor dat er bij hem niets te halen viel.
De accountants zouden het faillissement hebben aangevraagd om de twee vermeende investeerders uit de brand te helpen. “Dat wordt nadrukkelijk betwist'', zei de advocaat. Er is voldaan aan de vereisten voor het doen van zo'n aanvraag. Zo waren herinneringen en aanmaningen verstreken en werd daar niet tegen geprotesteerd. “Er bestond en bestaat een aanspraak op betaling. Het is de accountants toegestaan faillissement aan te vragen al is het maar als pressiemiddel.''
Ook haalde hij een e-mail aan van de klager waarin het accountantskantoor negatief werd weggezet. Die mail is verstuurd naar een veel grotere kring ondernemers dan potentiële investeerders. Ook verwees de advocaat naar de opmerking van de klager dat die er 1,5 ton eigen geld in had gestoken. Dat doet vermoeden dat er meer geld was dan op de bankafschriften bleek. De klager heeft het aan zichzelf te wijten dat het geduld van het accountantskantoor op was. Dat er sprake zou zijn van 'no cure no pay' wordt eveneens tegengesproken. De startup ging overigens niet failliet: de rechtbank wees het verzoek af.
Waarom het faillissement aanvragen van een startup waar niets te halen viel, vroeg een van de leden van de Accountantskamer. Dat er geen geld was, wisten de accountants niet. Ze menen dat de klager nooit volledig inzicht in de financiën wilde geven. Is dan niet eerst overwogen beslag te leggen? Nee, zeiden de accountants. Bovendien woog zo'n lange procedure niet op tegen de vordering, zei een van hen. Vonnis over circa 15 weken.
Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle