Klacht: AA negeerde gevaar voor objectiviteit en onafhankelijkheid

Er waren duistere zaken aan de gang in het Midden-Oosten. Zo ontdekte de mede-eigenaar (X) van een handelsmaatschappij die zich op dit gebied richtte. Zijn compagnon (Y) zou een dealtje hebben gesloten met de agent in Saoedi-Arabië, en zo geld onttrokken hebben aan de firma. De accountant die de rekeningen samenstelde is een zwager van Y. De gevaren voor de objectiviteit en onafhankelijkheid lagen levensgroot op de loer.
Niet nodig
De betreffende AA is zich echter van geen kwaad bewust, bleek tijdens de zitting voor de Accountantskamer, waar hij werd aangeklaagd. Hij vond het bijvoorbeeld niet nodig de klager expliciet in te lichten over de familieband met de andere vennoot, daar kwam laatstgenoemde pas ruim een jaar na aanvang van de werkzaamheden van de accountant achter. ‘Ik ging ervan uit dat hij het wel wist, die twee kenden elkaar al acht jaar’, luidde het verweer.
Geen been
Die familieband werd helemaal heikel toen Y twee jaar na de oprichting van de firma, die sterk groeiend was, ineens met de samenwerking wilde stoppen. Kon de AA toen nog wel onafhankelijk zijn bij de verstoorde relatie, vroeg de klager destijds al aan betrokkene. Die zag er echter totaal geen been in. Hij hoefde immers alleen maar de jaarrekening samen te stellen en niet te controleren. Die cijfers kwamen alleen wel van zijn zwager, die de zaken in het Midden Oosten behartigde.
Hoge commissie
Kort na het uitbreken van het conflict in 2013 deed klager nog een schokkende ontdekking. In de administratie, die door de vrouw van de medevennoot werd gevoerd, ontdekte hij een contract met de agent in het Midden-Oosten waar hij niet van op de hoogte was. De klager wist wel dat er 40% commissie van de winst aan die agent werd betaald. ‘ Wel veel’, vond de klager al.  Er hoefden alleen maar simpele zaken ter plekke zaken geregeld te worden voor de zakenmannen, zoals vervoer en hotel, maar soit, dacht X, kennelijk werkt het zo in die contreien. Tot hij een aanvullend contract onder ogen kreeg, waarin stond dat de agent driekwart van die fee ter plekke weer terug zou betalen aan de medevennoot vanwege  ‘lokale kosten van de onderneming’. Die kosten zijn nergens verantwoord in de jaarrekening. Was ook niet nodig volgens de accountant, omdat gewoon de commissie van veertig procent volgens contract is betaald.

Fraude
De klager vermoedt dat er op die manier in elk geval ruim een ton naar zijn (voormalige) vennoot is gegaan, en mogelijk speelde de vermeende fraude nog veel langer. Ook vermoedt klager dat de vennoot erop uit was de BV te liquideren, om die onttrekkingen te verdoezelen. Verder kwam hij erachter dat er een nieuwe BV was opgericht, officieel op naam van de echtgenote van de compagnon, onder vrijwel dezelfde naam en gericht op dezelfde activiteiten. De accountant had hem daarover niet ingelicht, omdat hij naar eigen zeggen niet op de hoogte was van de activiteiten van zijn zwager. ‘Ik heb bewust geen vragen gesteld omdat ik me afzijdig wilde houden”, bleef betrokkene herhalen, hoewel hij moest toegeven dat de plannen wel gevolgen hadden kunnen hebben voor de jaarrekening van de eerste BV, zoals het opnemen van een bedrag aan goodwill. 
De Accountantskamer verwacht uitspraak te doen over een week of twaalf.
 
Zaaknummer: 14/1927
 
Petra van Walraven / JPZ
Gerelateerde artikelen