Wiebes schetst drie varianten voor heffing in box 3
In de Kamerbrief schetst Wiebes een aantal mogelijke varianten die hij met de volksvertegenwoordiging wil bespreken.
Variant A is in de basis een vermogensaanwasbelasting op alle vermogensbestanddelen, variant B is in de basis een vermogenswinstbelasting op alle vermogensbestanddelen en in variant C wordt het rendement voor elke vermogenstitel over een belastingjaar achteraf forfaitair vastgesteld.
Wiebes: “Variant A (de vermogensaanwasbelasting) benadert het werkelijke rendement goed. Deze variant vergt wel flinke inspanningen van de Belastingdienst en de ketenpartners. Ook worden de belastingopbrengsten veel meer volatiel. Ontwijking lijkt in deze variant beheersbaar. In variant B wordt het werkelijke rendement eveneens goed benaderd. Ten opzichte van variant A is variant B evenwel veel complexer in de uitvoering met merkbare gevolgen voor de belastingbetaler. Bovendien lijkt deze variant, als eenmaal ingevoerd, niet meer terug te draaien. Variant B heeft budgettair ten opzichte van variant A in de aanloopfase meer negatieve consequenties door uitstel van belastingheffing. Verder lijken de ontwijkingsmogelijkheden groter dan in variant A. Variant C komt minder tegemoet aan de wens om het werkelijke rendement beter te benaderen, maar is beter uitvoerbaar. De budgettaire consequenties zijn vergelijkbaar met die van variant A. De ontwijkingsmogelijkheden lijken echter problematischer, hetgeen mede ten koste van de opbrengst kan gaan. Dit is iets dat nader onderzocht zou moeten worden.”