Kamerbrief claw back bepaling variabele beloning

Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën heeft de Tweede Kamer in een brief geïnformeerd over de mogelijkheden om een variabele beloning terug te vorderen, ook in het geval er andere omstandigheden zijn dan die aan de variabele beloning ten grondslag liggen.

Bekeken is of de wettelijke bepaling voor het terugvorderen van betaalde bonussen aan bestuurders van naamloze vennootschappen aanpassing behoeft.

Dijsselbloem: “Er is gekeken naar de bepaling over de toegekende maar nog niet uitgekeerde bonus in artikel 2:135 lid 6 BW. Deze bepaling kent een meer open norm: de bonus kan worden aangepast als uitkering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. In gevallen waarin sprake is van fraude, ernstige misdraging of nalatigheid van de bestuurder zal lid 6 een grondslag kunnen vormen voor verlaging van een toegezegde maar nog niet uitbetaalde bonus. Alle omstandigheden spelen bij een afweging op basis van artikel 2:135 lid 6 BW een rol, en niet alleen, zoals bij lid 8, onjuiste informatie over het bereiken van de aan de bonus ten grondslag liggende doelen of over de omstandigheden waarvan de bonus afhankelijk was gesteld. Het is denkbaar om artikel 2:135 lid 8 BW in lijn te brengen met lid 6 van hetzelfde artikel, bijvoorbeeld door het toevoegen van de volgende zinsnede aan artikel 2:135 lid 8 BW: ‘of indien het behoud van de uitkering van de bonus naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn’.”

Een beslissing hierover wordt, gezien de demissionaire status van het huidige kabinet, overgelaten aan het volgende kabinet.

Gerelateerde artikelen