Kabinet wil meer instellingen aanwijzen als OOB
Voor alle wettelijke controles (ook voor die bij instellingen die geen OOB zijn) stelt de Wet toezicht accountantsorganisaties kwaliteitseisen aan de accountantsorganisaties en accountants die controles uitvoeren. Voor wettelijke controles bij OOB’s gelden extra eisen, zoals de eis dat een ‘kwaliteitsbeoordelaar’ de kwaliteit van de controle toetst alvorens een controleverklaring wordt afgegeven. Ook gelden aanvullende eisen ten behoeve van de onafhankelijkheid van de accountants en is er intensiever toezicht van de Autoriteit Financiële Markten op de accountantsorganisatie en de accountants die controles bij OOB’s uitvoeren. ‘De controle op de jaarrekeningen zal hierdoor beter worden geborgd en de foutkans wordt kleiner’, aldus minister Dijsselbloem.
Op grond van de Europese regels zijn op dit moment uitsluitend beursgenoteerde ondernemingen en alle banken en (her)verzekeraars organisatie van openbaar belang. Daar komen nu dus andere organisaties bij. De komende periode wordt bekeken aan welke woningcorporaties en pensioenfondsen de OOB-status precies zal worden verleend.
Het afgelopen jaar hebben de Algemene Rekenkamer, de Autoriteit Financiële Markten, en onderzoekers van de Erasmus Universiteit de suggestie gedaan om instellingen, die worden gefinancierd met publiek geld en/of met een groot maatschappelijk belang, aan te merken als OOB. Ook heeft de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties aanbevolen om woningcorporaties aan te merken als OOB. Minister Dijsselbloem heeft de Tweede Kamer toegezegd deze suggesties nader te zullen onderzoeken. Daarbij is, naast de instellingen die het kabinet wil aanmerken als OOB’s, ook gekeken naar gemeenten, zorginstellingen en andere onderwijsinstellingen. Het kabinet acht het op dit moment echter niet wenselijk om de OOB-status ook aan die organisaties toe te kennen.