Jurist: ‘Debat over btw-aangifteformulier duurt voort’
Afdelingen finance behoren alert te zijn op mogelijke risico’s voor het bedrijf, vooral als het gaat om complexe belastingzaken. Een recente ontwikkeling in de rechtbank Amsterdam werpt echter nieuwe uitdagingen op voor ondernemers die actief zijn in internationale handel, met name in relatie tot btw-fraude in het buitenland. Daarvoor waarschuwt Carlijn van Dijk, advocaat-belastingkundige en partner van Jaeger Fiscaal Advocaten
- Btw-fraude: juridische valkuilen voor internationale handelaren.
- Rechtbank interpreteert btw-aangifteformulier streng.
- Ondernemers worstelen met praktische uitvoerbaarheid van belastingaangiften.
Het dwingende karakter van het btw-aangifteformulier wordt nu betwist in strafprocedures rondom vermeende btw-fraude in internationale handel. Recentelijk heeft de rechtbank Amsterdam twee vonnissen geveld die het debat over de geldigheid van dit verweer aanwakkeren, zo stelt van Dijk in een artikel (‘Btw-fraude in het buitenland. Staat het dwingende karakter van het aangifteformulier een strafrechtelijke veroordeling in de weg? ‘) op de website.
Het debat over het dwingende karakter van het btw-aangifteformulier is verre van afgerond en verdient de aandacht van alle betrokkenen.
Autobedrijven op de strafbank
In beide zaken werden bedrijven beschuldigd van opzettelijke btw-fraude. Ze zouden ten onrechte het btw-nultarief hebben toegepast op leveringen aan katvangersbedrijven in het buitenland, terwijl ze dachten te leveren aan legitieme kopers.
Rechtbank’s interpretatie
De rechtbank oordeelde deels in het voordeel van het Openbaar Ministerie en stelde dat de bedrijven de btw-fraude deels hadden gepleegd. Ze argumenteerde dat de bedrijven hadden nagelaten om hun twijfels over de juistheid van de aangiften kenbaar te maken aan de inspecteur, met mogelijke persoonlijke grove schuld of voorwaardelijk opzet tot gevolg. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Kritiek en uitdagingen
De vonnissen hebben echter kritiek gekregen omdat ze voorbijgaan aan praktische uitvoerbaarheid. Btw-rechten kunnen achteraf worden geweigerd, en rubriek 5a van het aangiftebiljet staat geen toevoegingen, toe die niet automatisch worden berekend. Dit plaatst ondernemers voor onmogelijke keuzes in hun aangiftepraktijk.
Conclusie en aanbevelingen
Het blijft volgens Van Dijk dan ook essentieel om op de hoogte te zijn van de laatste juridische ontwikkelingen, vooral met betrekking tot complexe belastingaangelegenheden. Het debat over het dwingende karakter van het btw-aangifteformulier is verre van afgerond en verdient de aandacht van alle betrokkenen.
Vormen van fraude
- Btw-carrouselfraude: Dit fenomeen houdt in dat bedrijven binnen de EU goederen verhandelen, waarbij ze misbruik maken van het nultarief voor intracommunautaire leveringen (ICL’s). Nederlandse bedrijven kunnen betrokken raken bij dergelijke fraudeketens, waarbij ze goederen leveren aan afnemers in andere EU-landen die op hun beurt de btw niet correct afdragen. Het is essentieel voor Nederlandse bedrijven om waakzaam te zijn bij het verhandelen van goederen binnen de EU en de juiste procedures te volgen om btw-fraude te voorkomen, zo meldt de website bijzonderstrafrecht.
- Afhaalverklaring: Wanneer buitenlandse klanten goederen ophalen bij Nederlandse bedrijven, moeten deze bedrijven een afhaalverklaring opstellen. Deze verklaring bevestigt dat de goederen daadwerkelijk zijn afgehaald en naar het buitenland zijn vervoerd. Het correct invullen van afhaalverklaringen is van cruciaal belang om problemen met btw-fraude te voorkomen.
- Internationale wetgeving: Nederlandse bedrijven moeten rekening houden met internationale wetgeving, zoals handelsbeperkingen, importtarieven, milieuvoorschriften en arbeidswetgeving. De belastingdienst waarschuwt dat de wet- & regekgeving aanzienlijke gevolgen kan hebben voor bedrijfsactiviteiten en naleving is essentieel om juridische problemen te voorkomen.