Jack Welch: “Al dat geleuter en al die boeken over leiderschap: it’s all crap!”
Er zijn maar twee begrippen die er toe doen, voor leidinggevenden en zakenmensen in het algemeen: eerlijkheid en vertrouwen.
Er zijn veel managementgoeroes, maar er is maar één Jack Welch. Zelfs mensen die nooit gehoord hebben van Six Sigma kennen hem als de man die in 20 jaar GE veranderde van een slaperig concern met een omzet van 14 miljard tot een dynamisch netwerk van marktleiders met een omzet van 500 miljard. Een concern dat snel handelde, veel aan talentmanagement deed en veel risico’s durfde nemen.
Jaren later huivert nog elke manager bij zijn recepten, zoals dit: gooi alle middelmaat er binnen het jaar uit, “De onderste 10% performers laten zitten is niet alleen dom, maar ook wreed!”. Of deze: "Als je in je niche niet nr 1 of nr 2 bent, vergeet het dan maar!"
Nog steeds schrijft hij samen met zijn vrouw, vroeger uitgever van de Harvard Business Review, immer spraakmakende artikelen en boeken over vraagstukken, waarmee elke professional dagelijks worstelt: hoe word ik beter, hoe word ik sneller en blijf ik relevant.
In ieder geval niet door een dure en exclusieve MBA-opleiding te volgen, aldus Welch. Op Linkedin
verscheen vandaag een interessant en tegenwoordig zeldzaam interview met de dwarse denker, naar aanleiding van zijn meest recente boek, The Real-Life MBA.
Na zijn pensionering doceerde Welch enkele jaren aan de Sloan School of Management van MIT en zag daar dezelfde stroperige problemen groeien, die hij ook in het bedrijfsleven zo verfoeide.
Hij besloot toen samen met commercieel opleider Strayer zijn eigen universiteit op te richten, het Jack Welch Management Institute. Daar gelden de wetten van Jack Welch: niet voor een kleine elite maar voor zo veel mogelijk studenten, wat de studenten leren is meteen toepasbaar in de praktijk, docenten worden beoordeeld op hun NPS (net promotor score) en niet op het aantal publicaties en, belangrijker nog, de student is er de klant, en niet het instituut zelf.