Jaarverslagenanalyse: GGZ zet mes in overhead en investeringen

De GGZ-sector heeft in 2014 flink het mes in de overhead en investeringen gezet om het huishoudboekje kloppend te krijgen. Dat blijkt uit een analyse van 200 jaarverslagen van GGZ-instellingen over het jaar 2014 door Intrakoop, de inkoopcoöperatie van de zorg, en Verstegen accountants en adviseurs.

Zo namen de investeringen in de GGZ met ruim 38 procent af. Op algemene kosten (administratie, communicatie, accountants- en externe advisering) werd 12 procent bespaard. Al deze inspanningen hadden het gewenste resultaat: GGZ-instellingen zagen de resultaten in 2014 licht stijgen en behaalden gezamenlijk een netto resultaat van 84 miljoen euro, waardoor de vermogenspositie iets verbeterde. Tegelijkertijd blijven de positieve resultaten in de GGZ flinterdun.

Aanhoudende financiële druk

Er is sprake van een aanhoudende financiële druk op de GGZ. Door de verdere bezuinigingen en transities, waaronder jeugdzorg, Basis GGZ en Werken naar Vermogen, nemen de risico’s de komende jaren toe, onder andere door flinke budgetkortingen en een dalend aantal cliënten. Ook de late totstandkoming van de jaarrekeningen is tekenend voor de problematiek in de GGZ. Onlangs werd duidelijk dat twintig procent van de curatieve GGZ-instellingen er niet in is geslaagd voor 1 december 2015 de jaarrekening over 2014 te deponeren, ondanks eerder uitstel van minister Schippers van VWS van de gebruikelijke datum van 1 juni.

Bezuinigingen

De GGZ heeft in 2014 drastisch bezuinigd op inkoop. De totale inkoopuitgaven daalden met 12 procent. De GGZ laat daarmee de sterkste daling van de Nederlandse zorgsector zien, in vergelijking met de ziekenhuizen (-0,5 procent), de verpleeg- en verzorgingshuizen (-5,0 procent) en de gehandicaptensector (-1,9 procent). De GGZ vertegenwoordigt 1,9 miljard euro aan inkoopuitgaven, waarvan het merendeel (1,6 miljard euro) tot de exploitatiekosten wordt gerekend. Het overige deel betreft 242 miljoen aan investeringen. De investeringen in bedrijven en terreinen vormen met 124,3 miljoen euro de belangrijkste investeringscategorie. Deze investeringen zijn in 2014 bijna gehalveerd (-45,7 procent). De GGZ anticipeert hiermee op de diverse transities die in de sector plaatsvinden waarmee het aantal cliënten de komende jaren verder zal dalen. Naar verwachting blijven grote investeringen uit en blijft de investeringsbehoefte beperkt tot gerichte vervangingsinvesteringen.

Bijsturen exploitatie

De solvabiliteit van de GGZ-organisaties is gestegen van 19,6 procent in 2013 naar 21,1 procent in 2014. Gemiddeld genomen is het weerstandsvermogen van de GGZ-sector daarmee voldoende. De verbetering van de financiële positie is vooral gerealiseerd door beheersing van de kosten. Het totaal van de bedrijfskosten ligt 142 miljoen euro lager ten opzichte van 2013. Dat de sector als geheel positieve resultaten laat zien, wil niet zeggen dat alle individuele organisaties het goed doen. Een aantal organisaties heeft te maken met een structurele negatieve exploitatie. Van de 59 organisaties die in 2013 een verlies rapporteerden, hebben er 22 ook in 2014 nog een verlies gerapporteerd. De overige organisaties zijn er in geslaagd de exploitatie bij te sturen.

Aandacht voor liquiditeit

Door de veranderingen in de bekostiging van de GGZ heeft de afgelopen jaren de beheersing van de liquiditeit volop aandacht gekregen. De invoering van de DBC’s heeft een fors beslag gelegd op het werkkapitaal, omdat GGZ-instellingen moesten voorfinancieren. Inmiddels hebben de instellingen de financiering, mede dankzij aanvullende bevoorschotting van verzekeraars, op orde gebracht. In 2014 is een bescheiden verbetering te zien van de liquiditeitsratio van 1,2 naar 1,3. De liquiditeit ligt gemiddeld genomen boven de norm van 1,0, maar is nog altijd niet riant. Terugkijkend en uitgaande van de cijfers is voorzichtig te stellen dat de liquiditeitsrisico’s in de GGZ niet al te groot meer zijn. Maar vertrouwen en steun van verzekeraars en banken zijn essentieel voor behoud van de financierbaarheid van de sector.

Daling aantal cliënten en bedden

Het totaal aantal cliënten in de GGZ is met -12,4 procent gedaald, van 502.000 cliënten begin 2014 naar 440.000 cliënten aan het eind van het jaar. Het totaal aantal cliënten, inclusief het aantal cliënten dat ook weer is uitbehandeld in 2014, bedraagt circa 800.000 cliënten. Parnassia Groep is in 2014 met 150.687 cliënten en een omzet van 584 miljoen euro veruit de grootste GGZ-organisatie van Nederland. De top 3 van alle onderzochte organisaties bestaat verder uit Dimence Groep (46.138 cliënten, 166 miljoen omzet) en Rivierduinen (34.582 cliënten, 183 miljoen omzet). De top 10 grootste GGZ-organisaties neemt met 2,2 miljard euro 36 procent van de totale bedrijfsopbrengsten in de sector voor zijn rekening. Het aantal bedden/plaatsen dat in de GGZ beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames ligt in 2014 op ruim 29.000 plaatsen.

Analyse
 
Intrakoop analyseert samen met Verstegen accountants en adviseurs alle jaarverslagen uit de zorgsector. Deze analyse is gebaseerd op 200 jaarverslagen van GGZ-instellingen. De cijfers van jeugdorganisaties zijn in deze analyse buiten beschouwing gelaten. Bovendien hebben 25 GGZ-instellingen uitstel gekregen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) voor het deponeren van de jaarrekening tot 1 maart 2016.

• GGZ  Jaarverslagenanalyse 2014

Gerelateerde artikelen