Jaarverslagenanalyse: GGZ presteert boven verwachting
GGZ-instellingen zagen de resultaten licht stijgen en hebben daardoor hun vermogens- en liquiditeitspositie kunnen verbeteren. De 190 GGZ-instellingen hebben een gezamenlijk positief netto resultaat behaald van € 103 miljoen (in 2014: € 77 miljoen) op een totale omzet van circa € 5,7 miljard. Dat de sector als geheel positieve resultaten laat zien, wil niet zeggen dat alle individuele organisaties het goed doen. Van de 46 organisaties die in 2014 een verlies rapporteerden, hebben er 13 ook in 2015 verlies geleden.
Beter totaal nettoresultaat
De GGZ ziet bij nagenoeg gelijkblijvende bedrijfsopbrengsten (+0,1%) het totaal nettoresultaat in 2015 verbeteren, doordat de totale bedrijfslasten licht zijn gedaald met 0,4 procent naar een totaal van € 5,5 miljard voor de 190 onderzochte organisaties. Ondanks de stelselwijzigingen waarmee de sector te maken heeft gehad (transitie jeugdzorg, transitie naar de Basis GGZ en transitie Werken naar Vermogen), presteert de sector toch beter dan verwacht. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de sector tijdig op de veranderingen heeft geanticipeerd. Daarnaast dient er rekening mee te worden gehouden dat organisaties die uitsluitend actief zijn in de jeugdzorg niet zijn meegenomen in het onderzoek naar de jaarcijfers. Deze organisaties hebben veelal te kampen met dalende omzetten en een verminderd rendement.
Meer armslag
Dat veel GGZ-instellingen in 2015 meer armslag hebben gekregen, vertaalt zich ook in een betere liquiditeit en solvabiliteit. De invoering van de DBC’s legde eerder een fors beslag op het beschikbare werkkapitaal van instellingen vanwege het voorfinancieren ervan. Inmiddels hebben de GGZ-organisaties de financiering van het werkkapitaal, mede dankzij de zogeheten bevoorschotting van de verzekeraars, op orde gebracht. In 2015 wordt dat zichtbaar in een verdere verbetering van de liquiditeitsratio. De gemiddelde current ratio laat een verbetering zien van 1,3 naar 1,6. De solvabiliteit van de GGZ-organisaties is – uitgedrukt in omzetratio – gestegen van 22,1 procent in 2014 naar 24 procent in 2015. Ook deze verbetering van de solvabiliteit is het resultaat van de positieve exploitatiecijfers. Gemiddeld genomen is het weerstandsvermogen van de GGZ-sector daarmee voldoende. Toch zijn er van de 190 onderzochte GGZ-organisaties nog altijd 74 met een solvabiliteitsratio van minder dan de gangbare norm van 15 procent.
Investeringen blijven dalen
Bij de onderzochte GGZ-organisaties lopen de investeringen in 2015 hard terug met gemiddeld -18,2 procent, na eerder al in 2014 met -38,7 procent te zijn gedaald. Met € 123 miljoen vormen de investeringen in bedrijfsgebouwen en terreinen de grootste investeringscategorie. Deze investeringen dalen in 2015 met -24,1 procent (2014: -33 procent). De sector lijkt grote investeringen uit te stellen. Dit roept vragen op over wat dit op langere termijn voor de kwaliteit van de geleverde zorg gaat betekenen. De daling van de inkoopuitgaven met -2,2 procent is een rechtstreeks gevolg van een rem op de investeringen. Op patiënt- en bewonersgebonden kosten is echter niet bespaard. Patiënt- en bewonersgebonden kosten omvatten de uitgaven die het dichtst bij de kernactiviteit van organisaties in de GGZ liggen. Onder meer de uitgaven aan therapieën en geneesmiddelen worden tot deze kosten gerekend. De totale patiënt- en bewonersgebonden kosten bedragen in 2015 € 112 miljoen. De patiënt- en bewonersgebonden kosten laten met +1,7 procent nog een geringe stijging zien, die iets boven het niveau van 2014 ligt (toen: +0,2 procent).
Personeel blijft op niveau
Ondanks de stelselwijzigingen die in 2015 in de GGZ hebben plaatsgehad, blijft het aantal formatieplaatsen voor het tweede jaar op peil ten opzichte van 2014. Ook in 2014 was er sprake van een nagenoeg gelijkblijvend aantal personeelsleden (-0,3 procent). De 190 onderzochte GGZ-organisaties tellen in 2015 gezamenlijk zo’n 56.000 fte. Het totaal aantal vacatures daalt daarentegen met 8 procent naar 3.647 vacatures. Organisaties lijken wel meer moeite te hebben met het vinden van gekwalificeerd personeel. Het totaal aantal moeilijk vervulbare vacatures is gestegen met 64 procent naar een totaal van 520 vacatures die langer dan 3 maanden openstaan zonder dat er een geschikte kandidaat is gevonden. Binnen de personeelskosten valt met name de stijging van de uitgaven aan personeel niet in loondienst op: +6,7 procent. Een deel hiervan is mogelijk toe te schrijven aan extra capaciteit voor de toegenomen administratieve verplichtingen in de sector.
Grote tien domineren de markt
Van de 190 onderzochte GGZ-organisaties neemt de Top-10 met € 2,4 miljard in totaal 43 procent van de totale bedrijfsopbrengsten in de sector voor zijn rekening. Parnassia Groep is in 2015 met 121.858 cliënten en een omzet van € 553 miljoen veruit de grootste GGZ-organisatie van Nederland.