Jaarrekening te laat gedeponeerd, ondernemer stapt naar tuchtrechter
Door Michiel Satink
Zaaknr. 20/2450
Nadat de handelsonderneming van de klager failliet ging, klopte in november 2019 de curator bij hem aan. De jaarrekening was te laat gedeponeerd en het was aan hem om aan te tonen dat dit niet een van de redenen voor het faillissement was, zo zei zijn advocaat Eline van Hal. “Een tijd lang hing een claim van een ton boven zijn hoofd'', zo omschreef ze de omstandigheden van destijds.
Dat de jaarrekening 2018 te laat bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd is, staat vast, zei ze. Een feit waar de ondernemer zelf achter kwam. Daarna deponeerde de accountant de jaarrekening alsnog, maar het was al te laat. “Een zorgvuldig handelend accountant had gecontroleerd of die deponering daadwerkelijk gedaan was. En dat controleren was een kleine moeite.'' Maar hoe kwam dit? De jaarrekening is uiteindelijk begin 2020 gedeponeerd. Dit was een zeldzaam incident, zei advocaat Joost Vetter namens de accountant. Het was voor het eerst dat de jaarrekening digitaal gedeponeerd kon worden. Pas later bleek dat dit risicovol was omdat het systeem nog aan kinderziektes leed, maar dat was toen bij de accountant niet bekend. Na de ontdekking van de fout heeft de accountant het meteen gecorrigeerd, zei hij.
Maar die te late deponering was zeker niet de reden van het faillissement, zei Vetter. Bij de handelsonderneming was een rekening-courant ontstaan van 350.000 euro. Het ging om goederen die het bedrijf aan derden had kunnen leveren maar die bij twee anderen vennootschappen waren ondergebracht. Met de opbrengsten daarvan was er nooit een faillissement geweest, zei hij. Kennelijk loopt er al een civiele zaak tussen de twee partijen en is dit verweer ook in die zaak al ingebracht. De raadsvrouw wilde die zaak graag gescheiden houden van de tuchtzitting, maar verwees er toch voortdurend naar, net als de raadsman van de accountant. Het bedrijf zou door 'veranderde marktomstandigheden' failliet zijn gegaan, niet door het onttrekken van gelden en evenmin door onbehoorlijk bestuur, benadrukte ze.
Toch schakelde de ondernemer na de doorstart opnieuw de hulp in van de accountant. Maar hij verrichtte het werk niet dat wel was afgesproken, aldus de raadsvrouw van de ondernemer. Meerdere keren vroeg hij de accountant of hij nog aan de slag ging met de administratie. En elke keer gaf hij aan dat hij ermee bezig zou gaan. Uiteindelijk schakelde de ondernemer een andere accountant in die voor de som van 2.600 euro het werk deed dat de beklaagde had afgesproken te doen, zei hij. Was dat wel zo? Na een gesprek in januari 2020 was de lucht geklaard tussen de accountant en de ondernemer, zei advocaat Vetter. En hij wilde de samenwerking vervolgen, maar dat lukte niet na gedoe over onbetaalde facturen. De accountant had slechts afgesproken 'inventariserende werkzaamheden' te doen. Er lag geen opdrachtbevestiging en facturen waren niet verstuurd. Dat de ondernemer uiteindelijk de samenwerking opzegde, kwam de accountant wel goed uit, zei hij. “Ik had niet het vertrouwen dat het goed zou komen.'' Toch bleef hij terugmailen dat hij bezig zou gaan met de administratie, zei een van de leden van de tuchtrechter. En dan gaat de klant van alles verwachten. “Toch heb ik duidelijk gezegd dat ik eerst de boel ga inventariseren'', zei de accountant.
Het oordeel van de tuchtrechter volgt over 15 weken.