Jaarrekening NBA? ‘Kluwen van juridisch-achtig klinkende lariekoek’

De tuchtklacht tegen de accountant die jaarrekeningen van beroepsvereniging NBA van goedkeurende verklaringen voorzag, is ongegrond verklaard. De klager wil onder meer de werkwijze van het bestuur van de NBA ter discussie stellen. Dat de accountant de klager beschuldigde van bedreiging, daarvan is geen sprake, aldus de tuchtrechter.
Een kluwen van juridisch-achtig klinkende lariekoek, zo noemde de klager de wijze waarop de NBA te werk gaat. De klager meent vooral dat de NBA onrechtmatig handelt door onder meer ‘zonder recht daartoe’ heffingen op te leggen.
Het gaat om bijdragen praktijkopleidingen, inclusief examengelden ter hoogte van anderhalf miljoen euro en kosten van kwaliteitsbeoordelingen ter grootte van 1,7 miljoen die ‘middels spookfacturen’ door de NBA zijn geïnd. Door die inkomsten in de jaarrekening te verwerken, zou de beklaagde accountant fout zitten, meent hij. “Nederland is een rechtstaat, ook als dat voor de NBA even minder goed uitkomt.” Hij meent op te komen voor alle accountants die het slachtoffer zijn van de rechteloosheid van de beroepsvereniging.
De klager stond eerder al tegenover een bestuurslid van de NBA. Zijn klacht werd op 26 mei 2023 ongegrond verklaard. Dat hij zijn pijlen nu richtte op de accountant die de jaarrekeningen goedkeurde, is ‘misbruik van tuchtrecht’, zo meende de advocaat van de beklaagde accountant. De tuchtrechter ging niet mee in dit verweer. De drempel om te mogen klagen, ligt nu eenmaal laag.
De belangrijkste klacht was wellicht het ‘niet intrekken’ van de goedkeurende controleverklaringen door de beklaagde accountant. Klager meent dat de accountant opbrengsten uit bijdragen en heffingen heeft verwerkt waarvoor geen wettige basis bestaat. En daardoor zouden de jaarrekeningen in ernstige mate tekortschieten.
Maar van dat ontbreken van een wettelijke basis is geen sprake, zo oordeelt de tuchtrechter. De verordeningen die gaan over die heffingen zijn door de ledenvergadering van de NBA vastgesteld. Dergelijke verordeningen kunnen door de Kroon vernietigd worden en dat is niet aan een controlerend accountant en evenmin aan de tuchtrechter.
Dat de accountant de klager op onprofessionele wijze beschuldigde van bedreiging wegens de aanzegging van een tuchtklacht is evenmin het geval, oordeelt de tuchtrechter. De beklaagde handelde volgens de Accountantskamer juist zorgvuldig door niet onder de dreiging van een tuchtklacht te doen wat de klager wilde. “Zij heeft de correspondentie meteen gemeld bij compliance en juridische zaken. Haar reactie heeft zij intern geconsulteerd. Van een onprofessionele reactie van de zijde van betrokkene is daarom geen sprake”, oordeelt de tuchtrechter.