Is integriteit van de accountant een modegril?
Dergelijke artikelen vallen onder de noemer van het bredere onderwerp integriteit (integriteit van data dan wel integriteit van houding en gedrag van medewerkers). Een ander voorbeeld van het onderwerp “Integriteit” in de actualiteit is het dilemma dat de NBA op 17 maart jl. op haar website plaatste. In december 2017 vindt zelfs een specifieke week van de Integriteit plaats . En, nog weer recenter: de kwestie “Henry Keizer” (VVD partijvoorzitter die wordt bekritiseerd vanwege een omstreden zakendeal) die al bijna een week het nieuws beheerst. Kortom, het onderwerp is “hot”.
De voorbeelden die de kranten halen betreffen vaak grote instellingen. Als je als accountant werkzaam bent in de MKB-praktijk lijkt dat misschien een ver-van-je-bed show. Toch ligt het onderwerp integriteit dichterbij huis (en je bed) dan je misschien wel denkt. Op het web vond ik bijvoorbeeld de volgende uitspraak:
“Integriteit: je bent wat je doet. Integriteit is een onderwerp dat je persoonlijk raakt.”
En als je in Wikipedia zoekt op Integriteit tref je de volgende definitie: “Integriteit is de persoonlijke eigenschap, karaktereigenschap, van een individu die inhoudt dat de betrokkene eerlijk en oprecht is en niet omkoopbaar. De persoon beschikt over een intrinsieke betrouwbaarheid, zegt wat hij doet, en doet wat hij zegt, heeft geen verborgen agenda en veinst geen emoties”.
Integriteit gaat dus niet over een grote, boze mensenwereld, over hunnie en zullie. Nee, het gaat over mij en jou. Ieder individu laat van tijd tot tijd niet-integer gedrag zien. De één meer, de ander minder. Een video van Dan Ariely, gebaseerd op vele wetenschappelijke experimenten, laat zien dat ieder mens hiervoor vatbaar is (mede afhankelijk van de omstandigheden in een specifieke situatie) .
Ter illustratie een voorbeeld uit de MKB-praktijk:
Een klant heeft een gedeelte van de voorraad onderdelen op nihil gewaardeerd. Geen kostprijs minus voorziening, maar gewoon nihil want hij weet niet of hij deze partij goederen uiteindelijk kan verkopen of kan verwerken in zijn eigen producten. In het kader van de jaarrekening (en waardering tegen kostprijs of lagere marktwaarde) vraagt de accountant waarom de ondernemer geen waarde toekent aan deze voorraad onderdelen. De ondernemer heeft er immers wel een prijs voor betaald en de voorraad is fysiek aanwezig in het magazijn. De ondernemer antwoordt dat hij kwantumkorting kreeg van de leverancier als hij meer dan de benodigde hoeveelheid inkocht. Aangezien de kasmiddelen geen issue zijn bij deze klant en de accountant niet kan beoordelen of sprake is van zeer specifieke onderdelen wordt aanvankelijk aangenomen dat dit inderdaad de reden is voor de in de ogen van de accountant niet-geheel bedrijfseconomisch verantwoorde inkoop van niet gemakkelijk te gebruiken onderdelen. Hoewel er dus veel meer is ingekocht dan benodigd in het betreffende project worden de totale inkoopkosten door de klant verwerkt als projectkosten en daarmee volledig ten laste van het jaarresultaat gebracht.
Enige tijd later krijgt de accountant het verzoek tot opmaken van tussentijdse cijfers in verband met een mogelijke verkoop van de onderneming. Je raadt het al: de voorraad die op nihil stond gewaardeerd krijgt nu ineens op verzoek van de ondernemer een hoge waarde. De verkoop gaat uiteindelijk niet door en de ondernemer wenst de voorraad bij het opmaken van de volgende jaarrekening weer op nihil te waarderen.
Stel, jij bent de accountant. Wat doe je? Hoe zou jij hierop reageren of hiermee omgaan?
Hoewel dit praktijkvoorbeeld ook (inhoudelijke) verslaggevingsaspecten in zich heeft, is voor mij het belangrijkste vraagstuk of de accountant integer denkt en zich als zodanig gedraagt. Vragen die relevant zijn in dit kader zijn onder meer:
- Wordt er door het wel of niet toekennen van een waarde (materieel in het kader van de jaarrekening) iemand misleid of op het verkeerde been gezet?
- Word je als accountant door de vraagstelling als het ware meegezogen in het niet-integere denkpatroon van de klant?
- Zou je ook niet jezelf moeten afvragen of de klantvraag nog andere vragen met zich meebrengt? Een professioneel-kritische instelling van de accountant vereist dat je een gezonde nieuwsgierigheid aan de dag legt, maar ook dat je doorvraagt en relaties legt tussen deze specifieke klantvraag en andere terreinen van je dienstverlening aan die cliënt.
- En, stel dat je akkoord gaat met het klantvoorstel, zou dan jouw naam (en daarmee jouw reputatie) van de accountant en je accountantspraktijk in verband kunnen worden gebracht met deze informatie? Vergelijk dit ook eens met het voorbeeld dat onlangs werd besproken in de media rond het niet-meldersproject van de AFM .
Dat integriteit een belangrijke plaats inneemt in het gedrag van de accountant blijkt uit diverse bestaande (al dan niet recente aangepaste) wet- en regelgeving. De Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA), die zich vorig jaar heeft gebogen over de eisen die worden gesteld aan accountants en het effect van de eisen in de opleiding, onderschrijft dit. De CEA heeft eind 2016 nieuwe eindtermen vastgesteld voor zowel de theoretische opleidingen als voor de praktijkopleidingen tot AA en RA. Naast de wijziging in het opleidingsmodel leiden de nieuwe eindtermen ook tot inhoudelijke veranderingen en onderwijsvernieuwing. Het past niet in dit blog om hier nu uitgebreid op in te gaan, maar wat opvalt is de extra aandacht voor “gedragsaspecten”.
Integriteit is, zoals gezegd, duidelijk zichtbaar opgenomen in de diverse regelgeving waar je als accountant mee te maken hebt. Denk hierbij aan de VGBA, NVKS en WWFT. Deze wet- en regelgeving wordt in de praktijk veel gelezen als dat de accountant bij cliënt- en opdrachtacceptatie alert moet zijn op de integriteit van de klant . Echter, integriteit van de klant en integriteit van de accountant zijn twee verschillende dingen. Je hoeft maar een willekeurige tuchtuitspraak van een accountant te openen, of diens / haar gedrag wordt bekritiseerd vanuit de VGBA. Kortom, naleving van het fundamentele beginsel Integriteit brengt nogal wat met zich mee. Bijvoorbeeld:
Integriteit wordt in de VGBA als volgt omschreven: “De accountant treedt eerlijk en oprecht op” (artikel 6).
Uit het aansluitende vervolg van de VGBA volgt dat de integriteit van de accountant ook verband houdt met de integriteit van anderen. Zodra de accountant in verband kan worden gebracht met het niet integere gedrag van anderen, moet de accountant een maatregel treffen. En indien dit niet mogelijk is, distantieert de accountant zich van dat niet-integere handelen. Deze gevolgtrekking is niet alleen van belang waar het betreft het niet-integere handelen van anderen, maar ook waar sprake is van betrokkenheid van de accountant bij onjuiste, onvolledige of misleidende informatie. De integriteit van de accountant reikt dus verder dan zijn of haar eigen neus. De accountant dient zich het Publiek belang van zijn beroepsuitoefening te realiseren en daarnaar te handelen!
In de inleiding van het rapport in het Publiek Belang – het kan echt beter! staat het treffend verwoord: “ De werkgroep constateert dat de hoogconjunctuur waarin veel van de huidige accountants zich professioneel hebben ontwikkeld, gecombineerd met het ontbreken van effectieve correctiemechanismen zoals extern toezicht, heeft geleid tot een geleidelijke verwaarlozing van elementaire vakprincipes. De economische meewind en de omzet- en resultaatstijgingen voor het uitbreken van de crisis resulteerden in een cultuur van genoegzaamheid, waarin maatschappelijke ontwikkelingen eenvoudig konden worden genegeerd of onderschat. De economische crisis en de komst van een kritische toezichthouder hebben ervoor gezorgd dat die tijd definitief voorbij is. Cultuur en gedrag vormen derhalve de belangrijkste uitgangspunten voor de maatregelen in ons rapport. “
Oftewel: in deze tijd waarin onze beroepsgroep met bijzondere aandacht wordt gevolgd, verdient ‘integriteit’ terecht aandacht. Mooi dat het bedrijfsleven en enkele accountantskantoren en andere instellingen in 2017 weer de week van de integriteit organiseren en daarmee het belang van integriteit onderschrijven. Maar het zou helemaal mooi zijn als integriteit geen modegril is, maar gewoon verankerd is in de genen van de accountant. Dat zou al heel veel tuchtzaken en maatschappelijk gemopper over accountants schelen.
[Drs. Jaschenka van Hout RA, V&A accountants-adviseurs]