Inwilliging belofte op sterfbed levert tuchtklacht op

Toen hun vader overleed moest de bakkerij die hun broers zouden voortzetten gewaardeerd worden om de boedel te verdelen. De accountant, die twee zussen ook met hun eigen bedrijven bijstond, trok echter partij voor de broers, zo wordt hem verweten.

Door Michiel Satink

Zaaknr. 22/1811

Bij een bedreiging van de objectiviteit is het zaak voor een accountant tijdig maatregelen te nemen. Iets dat ook de betrokken accountant zich realiseerde. Alleen trok hij zich volgens twee klagers te laat terug omdat het kwaad al was geschied. Wat de zaak compliceert is dat de accountant de twee klagers bijstond als belofte op het sterfbed van hun vader.

De vader van de klagers overleed in 2019. De man liet een bakkerij achter die door de zoons werd voortgezet. Om de erfenis te verdelen moest nog wel de waarde van het bedrijf bepaald worden. De beide zussen hadden moeite om de uitleg van de accountant over de zakelijke afwikkeling te volgen, zei de beklaagde accountant op de zitting. Dus hamerde hij er op om een adviseur in de arm te nemen. 

“Mijn cliënten vertrouwden hem. Hij had op het sterfbed van hun vader beloofd goed voor de meiden te zorgen. Hij heeft dit vertrouwen geschaad'', zei advocaat Mandy van Brunschot van der Zanden. Zo werd de waarde van het bedrijf veel lager vastgesteld dan de twee vrouwen verwacht hadden. “Het meest kwalijke is dat in zijn adviezen de positie van cliënten nooit ter sprake kwam.'' Ze zijn jong en hebben geen verstand van financiële zaken, zei de advocaat. “Ze vertrouwden de accountant volledig en hij maakte daarvan misbruik.''

In december 2020 namen de zussen een deskundige in de arm en vroegen in een gesprek om uitleg. Dat gesprek, op 15 januari 2021, duurde tien minuten en daarna zegde de accountant de opdracht op. “En hij deelde geen documenten meer.'' Vervolgens was volgens de advocaat een kort geding nodig om stukken van de eenmanszaken van de zussen zelf van de accountant terug te vorderen. Ze waren ooit klant bij hem geworden op aanraden van hun vader. Hij weigerde ze te geven. Inmiddels staat de accountant nog altijd de broers bij, wat kennelijk het vermoeden bevestigt van de klagers dat de accountant altijd alleen maar hun belangen van de broers centraal heeft gesteld. “Want waarom zou je de ene aandeelhouder actief stukken verstrekken en de ander helemaal niet?'' meende de raadsvrouw.

Boeman
“Ik word hier weggezet als een boeman die telkens geheel zelfstandig beslissingen neemt. Het is gewoon niet waar. Elke stap heb ik zo goed mogelijk uitgelegd maar de dames snapten het niet. Ergens houdt het op'', zei de beklaagde accountant. Hij herinnert zich dat moment aan het sterfbed goed. “Ik heb altijd geprobeerd in hun belang te werken. Ik heb er niets aan als ik mijn werk niet goed doe.'' 

Een bedreiging voor zijn objectiviteit begon naar zijn mening pas vanaf dat gesprek in januari 2021. En hij nam vervolgens afdoende maatregelen, zei zijn advocaat. De waarde van het bedrijf nam hij mee in de concept-jaarrekening. Na overleg met collega's kwam hij tot een goodwill van 0. “Het gaat om een bakkerij in een dorp met concurrentie van de nodige supermarkten'', aldus de raadsman. De accountant diende een aangifte inkomstenbelasting in na overlijden van de vader omdat hij wilde voorkomen dat de klagers er schade van zouden ondervinden. “Doe ik die aangifte niet dan krijg ik achteraf het verwijt waarom niet'', zei hij op de zitting.

Dat hij stukken heeft achtergehouden ontkende hij. En dat er bij de waardering van het bedrijf al tegengestelde belangen speelden, dat zag hij anders. “Ik beslis niet, ik kijk wat er leeft. Dat concept gaat ter discussie maar vóór dat moment was er nog geen strijd.'' De accountant heeft nergens spijt van en zegt naar eer en geweten in voordeel van de klagers gewerkt te hebben. “Achteraf had ik dat moeten vastleggen maar ik heb niemand benadeeld.''

De uitspraak: Tijdelijke doorhaling voor accountant die zich aan belofte op sterfbed hield
 

Gerelateerde artikelen