Integriteit – hoe zegt u?
Zelfs in Nederland is de betekenis van integriteit multi-interpretabel. Neem nu de Regering en de Tweede Kamer. Men fulmineert het hardst als het over anderen gaat, maar bij hun eigen reilen en zeilen hanteren de heren overduidelijk een andere integriteitsmeetlat. Ik hoef maar in herinnering te roepen de kwestie rond forensisch anatoom Professor Maat, waar minister Van der Steur de Tweede Kamer het politieonderzoeksrapport aanbood, dat voor een groot gedeelte bestond uit zwart gemaakte tekstblokken. Het kwam hem even niet uit. Professor Maat maakte vervolgens delen van het rapport openbaar, waarna Van der Steur zijn excuses maakte in de Tweede Kamer. Hij haalde bakzeil om te overleven en zeker niet vanwege een groot integriteitsgevoel dat hem plotsklaps overviel.
Ook in de accountancy hebben we het veelvuldig over integriteit. Het wordt zelfs genoemd in de fundamentele beginselen van de accountant. “De accountant treedt eerlijk en oprecht op.” Met andere woorden: hij is integer. Wat deze begrippen nu precies inhouden, wordt niet nader gepreciseerd. Ik doe een poging. Oprechtheid houdt impliciet zoiets in als de waarheid spreken. Maar wat is nu de waarheid? Dat brengt mij bij het volgende probleem. Kunnen wij de waarheid kennen? Is er wel een waarheid? Of zijn er wellicht verschillende waarheden. Het zal u niet verbazen, maar in mijn optiek is de waarheid een subjectief begrip. Het houdt verband met tijd, plaats, omstandigheid, toekomst, verleden, opvoeding, je eigen normen en waarden, geloof. Waar sommigen van zeggen: dit is een waarheid als een koe, komen anderen niet verder dan een schichtig muisje in het veld.
Kortom: begrippen als eerlijkheid, waarheid, integriteit en wat mij betreft ook het begrip objectiviteit, het zijn allemaal mooie woorden waar we vooral een goed gevoel bij hebben.
Maar ze zeggen in feite helemaal niets. Willen we echt aan deze begrippen inhoud geven, dan zullen we het heel anders moeten aanvliegen. Het enkel zeggen dat de accountant eerlijk en oprecht is, brengt ons absoluut niet verder. Evenmin het uitspreken van een eed. Dat heeft de historie in allerlei sectoren overduidelijk laten zien en zal ook de toekomst bij ongewijzigd beleid blijvend uitwijzen.
Een eed, meer regelgeving, meer controle, hogere straffen, het zal niet leiden tot een hogere vorm van het multi-interpretabele begrip integriteit. Ethiek kunnen we niet sturen met wet- en regelgeving; de cursussen “PKI en Zeg wat je ziet” ten spijt. Maar het geeft ons wel een goed, prettige en tevreden gevoel en vooral ook een voor het maatschappelijk verkeer krachtig gevoel, dat we er alles aan doen wat in ons vermogen ligt. Maar het verandert ons intrinsieke handelen op lange termijn niet. Met andere woorden, wij worden er geen andere of betere mensen door.
De oplossing moeten we dan ook niet zoeken in het ontwikkelen van een verbeterde mens, maar in het verbeteren van organisatiestructuren, waarbij het creëren van tegengestelde belangen het uitgangspunt moet zijn. Ook een democratie werkt bij de gratie van tegengestelde belangen. Mensen houden elkaar in evenwicht en controleren elkaar continu op een natuurlijke wijze. Een dictatuur doet dat niet, met alle zichtbare en niet zichtbare gevolgen van dien. De alleenheerser die niemand naast zich duldt, die door niemand aangesproken of gecorrigeerd wordt. Dit leidt in alle gevallen tot een manipulator, een bedrieger, een zelfverrijker, een heerszuchtige, een dictator.
Kortom, het creëren van tegenstelde belangen in organisatiestructuren is een beter alternatief om inhoud te geven aan de begrippen integriteit, eerlijkheid en objectiviteit. Een tegengesteld belang houdt elkaar scherp, bewaakt, corrigeert, behoedt, beschermt, houdt toezicht, begeleidt, verbetert, controleert, ondersteunt.
Wellicht voelt u zich uitgedaagd om te samen met anderen hieraan inhoud te geven, laat het mij weten.
Peter Paul Cornielje (p.cornielje@extendum.nl) is algemeen directeur Extendum.