Inspecteur mag inkomensafhankelijke combinatiekorting navorderen

Rechtbank Noord-Holland heeft zich uitgesproken over navordering van een ten onrechte toegekende inkomensafhankelijke combinatiekorting.

Een particulier heeft in de aangifte IB/PVV 2011 om uitbetaling van de inkomensafhankelijke combinatiekorting verzocht. Bij het opleggen van de definitieve aanslag heeft uitbetaling van de inkomensafhankelijke combinatiekorting plaatsgevonden. De belastinginspecteur heeft een navorderingsaanslag opgelegd omdat geen recht bestond op toepassing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting. In geschil is of de belastinginspecteur bevoegd was tot het opleggen van een navorderingsaanslag.

In het onderhavige geval is de toepassing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting komen te vervallen door correctie van de zelfstandigenaftrek in combinatie met de omvang van het arbeidsinkomen. Door de geautomatiseerde verwerking van de aanslag is deze correctie echter niet in de berekening van de belasting meegenomen.

Volgens Rechtbank Noord-Holland betreft dit een fout in de zin van artikel 16, tweede lid, onderdeel c, van de AWR. Aangezien de te weinig geheven belasting ten minste 30 procent bedraagt van de wettelijk verschuldigde belasting, is ook voldaan aan de kenbaarheidseis, aldus rechtbank Noord-Holland. 

Rechtbank Noord-Holland verwerpt het betoog van de particulier dat, hoewel aan het 30%-criterium is voldaan, alsnog beoordeeld moet worden of de fout voor haar kenbaar was. Navordering is in dit geval toegestaan, aldus de Rechtbank.

Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen