Inspecteur gebonden aan automatisch afgegeven VAR-wuo
X is werkzaam als tandarts en beschikt over een automatisch afgegeven VAR-wuo. De Inspecteur is echter van mening dat X geen IB-ondernemer is en in haar aangifte IB/PVV 2010 ten onrechte de fiscale ondernemersfaciliteiten heeft geclaimd. In geschil is of de opbrengst van de werkzaamheden van X winst uit onderneming vormt, althans of X aan de verstrekte VAR het rechtens te honoreren vertrouwen kan ontlenen dat zulks het geval is.
Hof Arnhem-Leeuwarden stelt voorop dat de automatische afgifte van de VAR-wuo voor het jaar 2010 zonder voorafgaand daaraan het aanvraagformulier te raadplegen, berust op een keuze door de Inspecteur. De gevolgen van die keuze (automatische afgifte op basis van gegevens van voorafgaande jaren) dienen voor rekening en risico van de Inspecteur te komen. X kan zulks, naar het oordeel van het Hof, bij haar beroep op het vertrouwensbeginsel niet worden tegengeworpen.
Ten aanzien van de stelling van de Inspecteur dat de massaliteit van het proces van afgifte van VAR’s, leidt tot een dermate beperkte toetsing dat aan de afgegeven VAR geen vertrouwen zou kunnen worden ontleend, overweegt het Hof dat ook die omstandigheid voor rekening en risico van de Inspecteur komt. De door Rechtbank Noord-Nederland aangehaalde totstandkomingsgeschiedenis van artikel 3.156 Wet IB 2001 rechtvaardigt de conclusie dat een VAR die is afgegeven op basis van juiste informatie, de Inspecteur bindt.
(Bron: Fiscanet)