‘Innovatieve bedrijfsleven profiteert van verhoging WBSO in 2020’
Naast het verzachten van een aantal eerder aangekondigde maatregelen profiteert in ieder geval het innovatieve bedrijfsleven van een verhoging van de WBSO in 2020.
Dat concludeert PNO Consultants.
Verhoging tweede WBSO schijf
Een van de onderdelen van het pakket heeft betrekking op de WBSO. Vanaf 2020 komt er structureel 76 miljoen euro extra beschikbaar voor de WBSO. In 2020 wordt hierdoor de tweede schijf met twee procentpunten verhoogd van 14 naar 16 procent. Dit resulteert voor innovatieve ondernemers in een groter voordeel voor de (loon)kosten ten behoeve van speur- en ontwikkelingswerk (S&O). Aangezien de verhoging alleen betrekking heeft op de tweede schijf profiteren alleen de bedrijven met een S&O-loonsom van 350.000 euro of meer van deze verhoging.
Verlaging winstbelasting heeft gevolgen voor fiscale subsidie
Een andere in het oog springende maatregel is de verlaging van de vennootschapsbelasting, of winstbelasting. Zowel het hoge tarief als het lage tarief worden verder verlaagd; het hoge tarief komt in 2021 uit op 20,5 procent (oorspronkelijke voorstel in het Regeerakkoord was 21 procent) en het lage tarief wordt met 1%-punt extra verlaagd ten opzichte van het Regeerakkoord en komt daardoor in 2021 5%-punten lager uit, namelijk op 15 procent.
Deze laatste maatregel is vooral bedoeld om het mkb een extra stimulans te geven. Een – wellicht onbedoeld – gevolg van de Vpb-verlaging is wel dat het netto-voordeel van fiscale stimuleringsregelingen als de Energie investeringsaftrek (EIA), de Milieu investeringsaftrek (MIA) en de Innovatiebox (belastingvoordeel op winst uit innovatie) vanaf 2020 afnemen. Reden dus om geplande energie- en klimaatinvesteringen niet uit te stellen. Vanzelfsprekend is van belang dat – wie kwalificeert voor de innovatiebox, maar hier nog geen gebruik van maakt – hier zo spoedig mogelijk werk van moet maken. Overigens, 2020 is nog ver weg en kijkend naar de urgentie op het gebied van energie en milieu zijn wijzigingen in het energie- en milieustimuleringspakket zeker niet ondenkbaar. Regeren is, op dit moment, niet te ver vooruitzien.
Andere wijzigingen in het pakket
Naast bovengenoemde wijzigingen heeft de staatssecretaris nog een aantal maatregelen aangekondigd waarvan we nog de volgende willen noemen:
• verlaging werkgeverslasten op arbeid: hiervoor wordt vanaf 2021 structureel 200 miljoen euro uitgetrokken. Er is nog niet bekend hoe deze verlaging wordt ingevuld, maar het goedkoper maken van arbeid voor werkgevers zal zonder meer een stimulerend effect hebben op de economie en werkgelegenheid;
• uitstel terugwerkende kracht van de spoedreparatie fiscale eenheid tot 1 januari 2018: de terugwerkende kracht wordt beperkt (was tot en met 25 oktober 2017) waardoor belastingplichtigen minder gevolgen zullen ondervinden van deze spoedreparatie;
• er komt overgangsrecht voor het verkorten van de maximale looptijd van de 30%-regeling; buitenlandse bedrijven met vestiging en buitenlandse werknemers in Nederland kunnen met deze regeling 30% van het loon van deze medewerkers onbelast vergoeden. Het overgangsrecht is alleen van toepassing op bestaande situaties;
• de verguisde DGA-rekening courantregeling, waarbij ‘excessief lenen’ van de eigen rekening-courant wordt ontmoedigd, wordt enigszins verzacht omdat onder andere ook nieuwe eigen woningschulden van de dga worden uitgezonderd.
Conclusie: bedrijfsleven profiteert in directe zin
Al met al kan worden geconcludeerd dat het gehele bedrijfsleven in directe zin profiteert van dit nieuwe pakket vestigingsklimaat. Een aantal aanpassingen wordt pas ingevuld vanaf 2020, waardoor, met uitzondering van investeringen in innovatie, energie en klimaat, voorsorteren op die veranderingen nog lastig zal zijn.