Inkeren over cryptovermogen
Door Mr. W.G.G. (Woody) Jansen de Lannoy
In mijn eerdere blogs schreef ik al over de op handen zijnde Regulering van de cryptomarkt en over Belastingheffing over cryptovaluta. In dit blog ga ik in op de gevolgen die regulering met zich meebrengt voor zowel aanbieders als houders van cryptovaluta en in het bijzonder de vraag wat je moet doen als je jouw cryptovermogen of -inkomen niet hebt opgegeven in de belastingaangifte.
Europese regelgeving op komst
Het monetaire systeem staat op knappen, door hoge inflatie blijven de prijzen alsmaar stijgen en om dat tegen te gaan worden de rentes worden (toch maar weer) verhoogd. Ook de cryptobeurzen lijken last te hebben van de onzekerheid op de financiële markt, in het afgelopen jaar zijn de koersen naar recordhoogte gestegen en ook weer flink gedaald.
Toch blijkt uit een recent onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dat het vertrouwen in cryptocurrency als investering is toegenomen: in 2021 belegden zo’n 1,2 miljoen Nederlanders in één of meerdere digitale coins. De stijgende toename van het aantal personen dat in cryptocurrency belegt en daarnaast de exponentiele groei van aanbieders van digitale munten (crypto-exchanges) houdt de gemoederen bezig. Het gebrek aan regulering geeft voeding aan de vrees dat witwassen, belastingontduiking of zelfs financiering van terrorisme niet effectief kan worden aangepakt. In het licht hiervan is de Europese Commissie bezig met plannen om de cryptomarkt te reguleren.
Directive on administrative assistance 8 (“DAC8”)
Op basis van de richtlijn tot administratieve samenwerking zijn betaalinstellingen zoals banken verplicht om gegevens over hun klanten te delen met de fiscale autoriteiten van de staat waarin zij zijn gevestigd. De lidstaten zijn op hun beurt verplicht om deze gegevens onderling met elkaar te delen. Het primaire doel van de DAC-richtlijn is het tegengaan van belastingontwijking en -in het bijzonder- belastingontduiking.
In het concept van de meest recente aanvulling (‘DAC8’) wordt het voornemen uitgesproken om digitaal geld en cryptovaluta ook onder de automatische gegevensuitwisseling te laten vallen. Dit heeft tot gevolg dat aanbieders van cryptovaluta, de crypto-exchanges, in Europa verplicht worden om informatie over hun gebruikers te delen met de Belastingdienst van de staat waarin zij zijn gevestigd. Alhoewel het (kunnen) traceren van elke transactie op dit moment nog toekomstmuziek is, is het wel mogelijk om informatie te verstrekken over de persoon die de wallet(s) houdt en wat de omvang van het vermogen elk jaar is (geweest). Op dit moment zijn exchanges namelijk al verplicht om de persoonsgegevens van hun gebruikers vast te leggen en controles uit te oefenen in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft).
Risico’s en gevolgen van de DAC8-Richtlijn
Hierboven is al opgemerkt dat exchanges verplicht worden om persoons- en financiële gegevens uit te wisselen. Op basis van die gegevens kan de Belastingdienst controleren of het cryptovermogen of -inkomen juist en volledig is opgegeven in de aangifte. Heb je jouw vermogen of inkomen bewust niet (tijdig), onjuist of onvolledig opgegeven en daardoor te weinig belasting hebt betaald, dan kan je daarvoor worden gestraft. Die straf bestaat in de meeste gevallen uit een geldboete maar er kan ook strafrechtelijk worden vervolgd, met alle gevolgen van dien, in het uiterste geval dus zelfs gevangenisstraf!
Het verbeteren van de aangiften: inkeren
Om de consequenties van het niet-aangeven van het cryptovermogen of -inkomen te minimaliseren kan ervoor worden gekozen om dit alsnog op te geven. Bij het verbeteren van aangiften (in de volksmond ‘inkeren’) zal het cryptovermogen en/of -inkomen over de afgelopen vijf jaar moeten worden aangegeven. De fiscus heeft namelijk de mogelijkheid om de aangiften over de afgelopen vijf jaar te corrigeren als het gaat om in Nederland opgekomen inkomen en vermogen. Na het betalen van de verschuldigde belasting, rente en een boete komt men weer in het reine met de fiscus.
Inkeerregeling afgeschaft?
Bij velen leeft de gedachte dat de inkeerregeling inmiddels is afgeschaft. Alhoewel de regeling meermaals is aangepast blijft het verbeteren van aangiften (inkeren) echter mogelijk. Kanttekening daarbij is dat het boetevrij inkeren en de vrijwaring van strafrechtelijke vervolging alleen nog van toepassing is voor box 1-inkomen. Bij het inkeren over niet verantwoord (buitenlands) vermogen wordt doorgaans een boete opgelegd van 150% en kan in theorie strafrechtelijk worden vervolgd. Met het oog op voorgenoemde risico’s is vraag die opkomt welke voordelen dan nog bestaan door in te keren.
Voordelen van inkeren anno 2022
1. Het risico op strafrechtelijke vervolging wordt geminimaliseerd. Het (vrijwillig) verbeteren van aangiften is een strafverminderende omstandigheid waarmee rekening wordt gehouden bij de keuze tussen fiscale of strafrechtelijke afdoening en daarnaast de hoogte van de straf;
2. Na het opgeven van het inkomen of vermogen kan, vanzelfsprekend na afwikkeling van de procedure, weer vrijelijk worden beschikt over het vermogen. Ook worden eventuele erfgenamen niet belast met achterstallige belastingschulden;
3. Door (vrijwillig) in te keren kan een langdurig onderzoek en opvolgend een langdurige procedure worden voorkomen, ook worden de juridische kosten in belangrijke mate beperkt;
4. Bij vele belastingplichtigen bestaan gewetensbezwaren of vrees voor ontdekking door het Openbaar Ministerie of de fiscus, door in te keren komt men zoals gezegd in het reine met zichzelf en de overheid.
Kortom, met het oog op de toenemende ‘pakkans’ blijft het anno 2022 gunstig om zelf de stap naar voren te zetten door het inkomen en/of vermogen over de afgelopen jaren aan te geven en vooruit te lopen op de aanstaande regulering van de cryptomarkt.
Mr. Woody (W.G.G.) Jansen de Lannoy (1990) heeft aan de Vrije Universiteit te Amsterdam de bachelor Rechtsgeleerdheid gevolgd (2016) en tevens de master Fiscaal recht (2017). Naar aanleiding van diverse stages is het voor Woody duidelijk geworden dat zijn hart bij de fiscale procespraktijk ligt en is hij in 2018 begonnen bij Jaeger Advocaten-belastingkundigen.