Ingrid Hems AA over ethiek: ‘Kun je jezelf recht aankijken in de spiegel?’
Interview: Peter Steeman
Fotografie: José van Riele
Dat vindt Ingrid Hems, concernhoofd bedrijfsvoering en financiën bij werkbedrijf Ergon en bestuurslid van de NBA ledengroep Accountants in Business. “Belangrijker dan de gedragscode is de juiste professionele werkomgeving.”
Hoeveel houvast geeft een gedragscode?
“Als concerncontroller heb je een bijzondere rol. Die kan je één op één op de integriteitscode leggen en sluit naadloos aan op de NOCLAR gedragsregels. Ik vind het wel mooi dat je als moreel kompas wordt gezien, maar daarvoor is een gedragscode op zichzelf niet voldoende. Het formuleren van gedragsregels is niet zo moeilijk. Belangrijker dan de gedragscode is de juiste professionele werkomgeving. Wanneer mensen zich in een organisatie senang voelen wordt het ook eenvoudiger om gedragsregels na te leven en voorbeeldgedrag te tonen.
Ik heb het geluk dat ik bij een bedrijf als Ergon werk met een grote maatschappelijke opgave waarin loyaliteit, professionaliteit en verantwoordelijkheid centraal staan. Daardoor sta ik niet alleen. Het zou niet goed zijn als ik de enige ben die regels in acht neemt. Om een frisse blik te houden is voor mij is ook het landelijke netwerk van collega controllers bij sw-bedrijven heel belangrijk. Hoe kijken anderen tegen hun vak aan? Welke afwegingen maken ze? Je bespreekt dilemma’s met elkaar. Hoe ga je bijvoorbeeld om met nieuwe regelgeving op het gebied van het lage inkomensvoordeel? Daar spar je over met vakgenoten. De ultieme test is: kan je jezelf recht aan kijken in de spiegel.”
Is het makkelijker om de rug recht te houden als RA binnen een organisatie met een belangrijke maatschappelijke missie?
“Mensen die bij een maatschappelijk relevante organisatie werken doen dat vanuit een bepaalde overtuiging. Daar vind je een ander slag mensen dan bij een organisatie die door commerciële cowboys wordt gerund. Je integriteit als RA wordt vooral op de proef gesteld als de harde financiële kant botst met de zachte kant. Ik werk hier nu anderhalf jaar. De drive om een kwetsbare groep met een afstand tot de arbeidsmarkt te helpen is binnen deze organisatie heel groot. Maar je moet ook rekening houden met goede financiële afwegingen op langere termijn. De wens om mensen te plaatsen kan zo sterk zijn dat het ten koste gaat van goede tarieven, waarmee onze businesscase in gevaar komt. Je hebt op de korte termijn succes want je hebt mensen geplaatst maar op de langere termijn leg je een bom onder je exploitatie.
Als je in de directie zit moet je het goede voorbeeld geven. Iedere dag weer. Je moet zaken bespreekbaar maken. Zorgen serieus nemen. Als iemand een fraude meldt moet hij niet in een penibele klokkenluiderspositie terecht komen. Ik neem die verantwoordelijkheid vanuit mijn accountantsberoep, maar ook vanuit de functie die ik heb. Ik kijk naar risicovolle posten. Onze doelgroep wijkt qua gedrag af van de huis tuin en keuken medewerker. Zo hebben we meer cliënten met een schuldenproblematiek dan andere bedrijven. Los daarvan is de kans dat ze over de schreef gaan hoger dan gemiddeld. Iemand rijdt bijvoorbeeld opzettelijk schade met een bedrijfsauto om hem te laten repareren door een bevriende schadehersteller. Daar kom je alleen achter als je diep in de cijfers duikt. In zo’n geval kijk je naar het schadeoverzicht van je wagenpark. Je bespreekt het samen met het team Facilitair en de businessunit waar de schade zich heeft voor gedaan. Wat is het verhaal achter de schades? Zo laat je zien dat het fraudebeleid geen papieren tijger is. Voor sommige collega’s is het wennen dat ik niet alleen binnen mijn eigen vakgebied op hoofdlijnen mijn werk doe maar dwars door de organisatie heen mensen aanspreek. Je bespreekt ook de maatregelen. Onze acceptatiegrens voor frauduleus handelen is nul, maar welke sanctie moet je daar aan verbinden? Dat is wel een dilemma. Mensen voeren hun beperking aan als verzachtende omstandigheid. Hoe recht hou je dan je rug? Daar heb je het binnen de directie met elkaar over.”
Heb je daar een gedragscode bij nodig?
“Ik zie de gedragscode vooral als een gereedschapskist die je beschikbaar stelt als beroepsorganisatie. Het is aan de persoon om er iets uit te pakken. Je wakkert de integriteit en professionaliteit aan en het moedigt je aan niet de andere kant op te kijken. Vanuit een controleperspectief kan ik zo’n schade prima aan mij voorbij laten gaan. Het is niet materieel. Op een exploitatie van 80 miljoen euro is een frauduleuze schade van 500 of 1000 euro verwaarloosbaar. De accountant ziet het ook niet. Het is makkelijk om daar je schouders over op te halen. Zo zit ik niet in elkaar. Je moet je eigen verantwoordelijkheid nemen als professional.”
Dit artikel is eerder verschenen in een speciaal themamagazine van de NBA, getiteld "Ethiek + de accountant in business". U kunt deze uitgave hier lezen.