Informatiebeschikking blijft ook in hoger beroep in stand

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat een belastinginspecteur terecht een informatiebeschikking heeft gegeven.

Een belastinginspecteur heeft in het kader van bezwaren tegen navorderingsaanslagen IB/PVV 2004, 2005 en 2006 ten aanzien van een particulier in één geschrift een informatiebeschikking gegeven. Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat de informatiebeschikking terecht is gegeven. De particulier heeft hoger beroep ingesteld bij Gerechtshof 's-Hertogenbosch.

Het gerechtshof oordeelt onder meer dat de door de belastinginspecteur gestelde vragen concreet genoeg zijn en dat ook de strekking ervan duidelijk is en redelijkerwijs niet voor enig misverstand vatbaar. Verder is de informatie die de belastinginspecteur op de voet van artikel 47 AWR van de particulier heeft gevraagd redelijkerwijs noodzakelijk voor de belastingheffing.

Volgens het gerechtshof heeft de particulier opzettelijk niet de juiste informatie verstrekt hetgeen op één lijn moet worden gesteld met een weigering de gevraagde inlichtingen te verstrekken (vgl. Hoge Raad 25 januari 2002, 36 063, ECLI:NL:HR:2002:AD8475).

De omstandigheid dat de belastinginspecteur voorafgaand aan het opleggen van de navorderingsaanslag IB/PVV 2005 geen vragen heeft gesteld betekent niet dat de belastinginspecteur tijdens de bezwaarfase geen vragen mag stellen en vervolgens een informatiebeschikking mag geven. Dat de vragen in de informatiebeschikking enigszins anders zijn geredigeerd dan in de daaraan voorafgaande vragenbrief leidt voorts niet tot vernietiging van de informatiebeschikking.

De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is en dat de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. Het gerechtshof geeft de particulier een termijn van vier weken voor het alsnog verstrekken van inlichtingen en gegevens.

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen