Inflatie Nederland weer omhoog, maar lager in de eurozone 

Het dagelijks leven is in januari 3,2 procent duurder geworden in vergelijking met dezelfde maand vorig jaar. In december was de inflatie nog 1,2 procent. De toename kwam vooral doordat in januari de invloed van de prijsontwikkeling van energie op de inflatie afnam.

Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bij een eerste raming. In januari was sprake van een veel minder scherpe daling van de energieprijzen dan in december. Zo werden energie en brandstoffen in de laatste maand van 2023 samen gemiddeld bijna een kwart goedkoper dan een jaar eerder. In januari werden energie en brandstoffen slechts ruim 2 procent goedkoper. Exclusief energie bedroeg de inflatie in januari 3,5 procent. In december was die 3,4 procent.

De prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak gingen in januari met ruim 4 procent omhoog. In december was deze stijging nog ruim 5 procent. Diensten waren 4,8 procent duurder dan een jaar eerder.

In de eurozone is de inflatie in de eurozone is in januari licht afgenomen tot 2,8 procent op jaarbasis, van 2,9 procent in december. De prijzen voor voeding, alcohol en tabak namen vorige maand opnieuw toe, maar stegen minder hard dan in december. De energieprijzen namen daarentegen in januari minder sterk af dan in de voorgaande maand. Dat meldt het Europese statistiekbureau Eurostat in een voorlopige raming.

De inflatie nam minder sterk af dan economen hadden verwacht. Zij rekenden op een afkoeling tot 2,7 procent. Op maandbasis daalden de consumentenprijzen in het eurogebied conform verwachting met 0,4 procent. Ook de zogeheten kerninflatie, waarin de sterk schommelende prijzen voor energie, voeding, alcohol en tabak niet worden meegenomen, nam licht af tot 3,3 procent. In december bedroeg de kerninflatie nog 3,4 procent.