Immateriële schadevergoeding onbelast
Belanghebbende was in loondienst werkzaam bij de politie. Door twee dienstongevallen heeft hij ernstig letsel opgelopen. In 2007 is bij belanghebbende een tumor geconstateerd, wat heeft geleid tot volledige arbeidsongeschiktheid en ontslag in 2012.
De werkgever komt tot de conclusie dat de gewenste loopbaanontwikkeling van de politieman door de ongevallen sterk gestagneerd is. De politieman ontvangt een vergoeding ter compensatie van het immateriële leed dat hij heeft ondervonden als gevolg van de dienstongevallen. De korpsleiding betaalt aan de politieman een bedrag van € 25.862,06 bruto waarop € 10.862,06 aan loonheffing is ingehouden. In geschil is of het brutobedrag dat de politieman heeft ontvangen van de werkgever terecht als loon in de heffing van de inkomstenbelasting is betrokken.
De Hoge Raad concludeert dat de politieman als gevolg van de ongevallen zowel leed als een vermindering van arbeidskracht heeft ondervonden. Dit heeft geleid tot een sterke stagnatie van zijn loopbaanontwikkeling. Het bedrag dat de werkgever aan de politieman betaald heeft, is bedoeld als vergoeding van deze immateriële schade en verlies aan arbeidskracht. De vergoeding is onterecht als belast loon aangemerkt.
Lees ook: