Huur bedrijfsruimtes knalt omhoog met 14,4 procent
Bedrijfsruimtes worden dit jaar een stuk duurder. Dit doordat de meeste huurcontracten een jaarlijkse indexering van de huurprijs hebben op basis van het consumentenprijsindexcijfer (CPI).
Tot nu was die laag: slechts één of twee procent, omdat de inflatie zo laag was. Maar sinds de energieprijzen de pan uitrijzen stijgt ook de CPI pijlsnel. Zo bedraagt de indexering op basis van de veel gebruikte modelhuurovereenkomst van de Raad van Onroerende Zaken (ROZ) sinds begin dit jaar 14,5 procent.
Tal van ondernemers worden daarmee geconfonteerd dit jaar. Is in de huurovereenkomst afgesproken dat jaarlijks wordt geïndexeerd op basis van het CPI, dan is de huurder gehouden om de geïndexeerde huur te betalen.
Uitzonderingen deden zich voor in de coronacrisis. Winkeliers en uitbaters die vanwege de coronamaatregelen gedwongen waren hun winkel- of horecapand te sluiten, deden met een succes een beroep op onvoorziene omstandigheden. Maar juristen denken dat een dergelijk beroep nu geen kans van slagen maakt. Van onvoorziene omstandigheden is nu geen sprake.
Het CBS heeft aangegeven dat de huidige berekeningsmethode van het CPI met de sterk fluctuerende energieprijzen niet meer geschikt is om de werkelijke inflatie te berekenen. Zij werkt aan een nieuwe rekenmethode. Verschillende brancheorganisaties pleiten voor een matiging van de indexering van de huurprijzen door de energieprijzen buiten beschouwing te laten (kerninflatie).
Huurders van winkel- en horecaruimte hebben het recht om hun huurprijs één keer in de vijf jaar te laten toetsen aan de huurprijzen van vergelijkbare huurpanden. Als daaruit blijkt dat de huurprijs niet meer overeenstemt met de huurprijs van vergelijkbare huurpanden, kan de huurprijs worden herzien.