HR: btw op aanleg rijksweg verrekenbaar bij gemeente

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de gemeente Nijkerk de btw op de aanlegkosten van op- en afritten naar de Rijksweg A-28 kan compenseren via het BTW-compensatiefonds.

De Hoge Raad bevestigt het oordeel van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat de gemeente Nijkerk afnemer is van de prestatie en de op- en afritten niet ter beschikking zijn gesteld aan een individuele derde (het Rijk). De van het rijkswegennet onderdeel uitmakende op- en afritten dienen voor de collectiviteit van inwoners, waardoor de gemeente recht op compensatie kent ingevolge het BTW-compensatiefonds (BCF).

De Hoge Raad stelt dat in het algemeen recht op compensatie via het BCF bestaat als een afgenomen prestatie wordt aangewend buiten het kader van de onderneming. Aangezien niet in geschil was dat de gemeente Nijkerk de op- en afritten heeft bestemd voor andere doeleinden dan voor de uitoefening van haar onderneming, is de slotsom dat wordt voldaan aan de voorwaarden voor compensatie via het BCF. Dit recht op compensatie wordt niet beperkt door een verstrekking aan een individuele derde. Het is hierbij niet relevant dat de op- en afritten vanaf openstelling in beheer en onderhoud zijn van het Rijk (RWS) en vanaf dat tijdstip door haar worden gebruikt in het kader van haar taakuitoefening in de zin van de Wegenwet. De gemeente Nijkerk heeft de op- en afritten voor eigen rekening genomen en vanaf de openstelling ter beschikking gesteld aan de collectiviteit van inwoners. Op basis van de parlementaire geschiedenis oordeelt de Hoge Raad dat in een dergelijk geval geen sprake kan zijn van een terbeschikkingstelling aan een individuele derde. Het recht op compensatie blijft in stand.

 

(Bron: PwC)

Gerelateerde artikelen