Hoogleraar RUG ontkent fraude via stichting
De RUG en de in januari ontslagen man stonden donderdag voor de rechter.
De hoogleraar had zonder medeweten van de universiteit een stichting opgericht. Op de bankrekening daarvan kwamen grote sommen geld binnen. De stichting hield zich bezig met een internationaal masterprogramma waar ook de letterenfaculteit van de RUG aan meedeed. Het geld bestond onder meer uit Europese subsidies en collegegeld. De RUG stelt dat zij, als werkgever, rechtstreeks het geld had moeten ontvangen.
De hoogleraar, die sinds 1995 in dienst was bij de RUG, zou onder meer 122.000 euro aan reiskosten in rekening hebben gebracht. Daarnaast maakte de wetenschapper zich volgens de RUG schuldig aan valsheid in geschrifte. Zo zette hij op briefpapier van de universiteit het bankrekeningnummer van de stichting.
De RUG vordert de 1,2 miljoen euro terug. De hoogleraar erkent dat hij fouten heeft gemaakt, maar van zelfverrijking was volgens hem geen sprake. Het geld is volgens hem besteed aan het programma. Hij richtte de stichting op uit vrees voor de financiële chaos en bureaucratie bij de RUG, waardoor het programma niet goed zou kunnen verlopen, zei hij in de rechtbank in Groningen.
Volgens de hoogleraar zijn er documenten die zijn onschuld bewijzen, maar weigert de universiteit hem toegang tot die stukken. De man eist op zijn beurt van de RUG 1,2 miljoen euro als ontslagvergoeding.
De rechter vroeg partijen om in een gesprek te proberen alsnog tot een oplossing te komen. De RUG wees dat van de hand. "Voor ons is dit een principiële zaak", aldus de advocaat van de universiteit. "Er is sprake van ernstig verwijtbaar handelen. Alle integriteitscodes zijn overtreden."
De rechter verwacht over vier weken uitspraak te kunnen doen.