Hoogleraar accountancy ’trok foute conclusies’

De hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer was bij het opstellen van zijn rapport over vergoedingen voor de burgemeester van Bussum 'vooringenomen' en hij liet 'alle objectiviteit achterwege' vooral om zijn opdrachtgever tevreden te stellen. Dit stelde de advocaat van twee politieke partijen uit Bussum maandag bij de Accountantskamer.

Pheijffer bracht naar eigen zeggen vorig jaar een genuanceerd rapport uit over vergoedingen die de toenmalig burgemeester van Bussum kreeg omdat hij niet in deze gemeente woonde. ‘Had ik duidelijk de stelling ingenomen dat deze vergoedingen onrechtmatig waren – iets dat de klagers menen – dan had ik hier ook gezeten. Maar dan met de oud-burgemeester als klager’, zei Pheijffer halverwege de zitting. Hij kreeg via Commissaris van de Koning van Noord-Holland Johan Remkes halverwege 2015 de opdracht de affaire te onderzoeken. Burgemeester Henk Heijman kreeg een pensionkostenvergoeding omdat hij niet in de gemeente woonde. Formeel moet de gemeenteraad de burgemeester uitstel verlenen. Iets dat nooit op papier is gezet, maar ‘materieel’ wel degelijk door de gemeenteraad werd toegestaan, zo concludeerde de hoogleraar. Immers, iedereen wist dat de burgemeester niet in de gemeente Bussum woonde. Hij kreeg een jaar de tijd dat alsnog te regelen. Onder meer werd gesteld dat hij zijn woning niet kon verkopen. Pas veel later bleek dat niet om zijn woning in Oost-Gelre te gaan, maar om een vakantieverblijf in Frankrijk, zei een van de raadsleden maandag verbolgen.

Klacht

‘De hoogleraar werd gevraagd het rapport te schrijven met als doel dat de gemeenteraad zou denken: deze man zou het wel weten.’ En zo geschiedde, aldus de raadsvrouw van de klagende Gooise Ouderen Partij en Hart voor Bussum. De gemeenteraad stemde in meerderheid in met het rapport. Maar in het rapport worden volstrekt onjuiste conclusies getrokken, die haaks staan op de gepresenteerde feiten, stelde ze. ‘Het is verwijtbaar als een accountant zich bewust misleidend heeft opgesteld.’ Door te stellen dat er recht was op een onkostenvergoeding zijn doelbewust onwaarheden weergegeven. ‘Dat recht was er niet en verweerder wist dat.’ De fractievoorzitters kregen ook niet de gelegenheid te reageren op het conceptrapport. Dus is er geen hoor- en wederhoor toegepast, meende ze. Bovendien was de onderzoekend accountant vooringenomen. De betaling voor zijn werk zou afhankelijk zijn gesteld van de uitkomsten van het onderzoek. Daarmee wekte de accountant de schijn niet objectief te zijn.

‘Wilde beschuldigingen’

De burgemeester stapte nog op voordat het rapport werd uitgebracht. De advocaat van Pheijffer hekelde de toon van de klagers. Er worden volgens hem wilde beschuldigingen geuit ‘dat mijn cliënt betaald zou worden een voorgekookt verhaal te vertellen’. De hoogleraar werd gevraagd vooral vanwege zijn expertise als jurist. Hij maakte duidelijk het onderscheid tussen het hebben van een recht en het maken van aanspraak daarop. ‘Het genuanceerde beeld is precies wat je van cliënt mocht verwachten.’ Het is een objectief en zorgvuldig geschreven verslag, meent de advocaat. ‘De commissaris van de koning heeft het onderzoek zeker niet gestuurd. En betaling hing niet af van acceptatie van het rapport.’ Enig probleem is dat de onderzoeker niet de conclusie trok die de beide politieke partijen zo graag gezien hadden. Hij zag dit als het voorzetten van het debat bij de rechter.

Pheijffer zei zelf dat hij afgewogen heeft of het noodzakelijk was om hoor- en wederhoor toe te passen met de fracties. ‘Voor mij was de belangrijkste reden of ik feitelijk voldoende grondslag had om de onderzoeksvraag te beantwoorden. En ja, dat was zo. Bovendien: de roep om hoor- en wederhoor kwam maar van een beperkte groep partijen.’ De onderzoeker bleef dan ook achter zijn rapport staan.

Vonnis over 10 tot 15 weken.

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen