Accountant maar ook curatoren Imtech krijgen gelijk in hoger beroep, berisping blijft in stand

In hoger beroep is een klacht tegen een accountant bij Imtech alsnog ongegrond verklaard.

Door Michiel Satink

21/250 en 21/251

Zaaknummers bij de Accountantskamer: 19/1108 en 19/1109

In hoger beroep is de klacht tegen een accountant over onder meer de afboeking van 370 miljoen euro vanwege onregelmatigheden bij Imtech alsnog ongegrond verklaard. Het College handhaaft echter de berisping die eerder de tuchtrechter oplegde, ook omdat een deugdelijke grondslag aan zijn jaarrekening ontbrak.

Het faillissement van Imtech in 2015 was een van de grootste teloorgangen van bedrijven in naoorlogs Nederland. Imtech wilde met een agressieve strategie van vijf miljard omzet in 2010 naar acht miljard in 2015 groeien. Midden 2012 nog jubelde Imtech haar grootste project ooit te hebben binnengehaald: Adventure World Warsaw (AWW), goed voor een waarde van 680 miljoen euro. Drie jaar later was het einde voor Imtech daar. Een van de belangrijkste oorzaken van dit faillissement was grootschalige fraude bij het Poolse themapark.

De ondergang van Imtech leidde tot meerdere tuchtzaken. Zowel de accountant als de curatoren van Imtech gingen in beroep tegen de uitspraak van de Accountantskamer van 15 januari 2021. De accountant was voor de wettelijke controle van de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening 2012 (jaarrekening 2012) van Royal Imtech de groepsaccountant en opdrachtpartner. Hij werd bijgestaan door een opdrachtteam op groepsniveau. Hij meende dat hij veroordeeld is voor werkzaamheden die door teamleden zijn verricht, opgemaakt of beoordeeld. Daarvoor zijn ze zelf tuchtrechtelijk verantwoordelijk, stelde hij. De curatoren benadrukten dat niet ter discussie staat dat beklaagde accountant als opdrachtpartner eindverantwoordelijk is voor de controle 2012. Dit betekent dat hij vaktechnisch ook verantwoordelijk is voor het handelen of nalaten van de leden van het opdrachtteam die hij voor de controle heeft ingeschakeld.

Het College verwerpt dit beroep van de accountant omdat hij wel degelijk beroepsmatig verantwoordelijkheid droeg ,,voor het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie ter onderbouwing van de getrokken conclusies en voor de uit te brengen controleverklaring. In die hoedanigheid was hij eindverantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de controleopdracht en voor de werkzaamheden die onder zijn leiding door de leden van het opdrachtteam werden verricht.''

Afboeking van 370 miljoen
In het omvangrijke oordeel van het College komt ze tot de slotsom dat de Accountantskamer een belangrijk onderdeel eerder onterecht gegrond verklaarde. Het gaat over de afboeking van 370 miljoen euro vanwege onregelmatigheden bij Imtech Duitsland en Imtech Polen. Volgens de accountant heeft de tuchtrechter miskent dat de grens van 375 miljoen euro niet was overschreden. Dat bedrag was in financieringsafspraken met de kredietverstrekkers van Imtech als maximum van de te accepteren afboekingen vastgelegd. De Accountantskamer oordeelde volgens hem ten onrechte dat hij ,,rekening had moeten houden met de mogelijkheid dat de banken de stekker eruit zouden trekken''.

Uit een document dat de accountant in hoger beroep alsnog overlegde, blijkt dat die grens van 375 miljoen al voor het afgeven van de controleverklaring was vervallen. De tijdelijke afspraken met de financiers van Imtech was beëindigd ,,omdat er overeenstemming was bereikt over voortzetting van de financiering op lange termijn''. Als het gaat om het voortzetten van de financiering was er voor betrokkene en zijn team dus geen noodzaak om te controleren of de grens was overschreden. Volgens de accountant heeft hij ook in het dossier vastgelegd waarom het niet voorstelbaar was dat de twee banken bij overschrijding van die 375 miljoen euro de stekker uit Imtech zouden trekken. Uit een memo blijkt juist ,,dat de visie van Imtech dat een mogelijke overschrijding van de grens niet zou leiden tot het opeisen van het overbruggingskrediet nadat overeenstemming was bereikt over de continuering van de financiering, naar hun oordeel juist was.'' Het College meent dat de grens van 375 miljoen euro ten tijde van de afgifte van de controleverklaring in juni 2013 inderdaad niet meer van belang was.

Maar ook de curatoren slaagden in hun klacht. Zo heeft de tuchtrechter ten onrechte de klacht buiten behandeling gelaten dat de accountant een goedkeurende accountantsverklaring in het maatschappelijk verkeer heeft gebracht waaraan een deugdelijke grondslag ontbreekt. Volgens de curatoren blijkt dat de betrokkene op relevante onderdelen van de jaarrekening niet over voldoende en geschikte controle-informatie beschikte om het controlerisico tot een aanvaardbaar laag niveau terug te brengen. De beklaagde accountant ontkende dit. De jaarrekening staat als een huis, stelde hij. Dat ziet het College toch anders. Het bestuur van Imtech meende in de toelichting op de jaarrekening dat bij tegenvallende prestaties er voldoende mogelijkheden waren om die problemen aan te pakken. Dat strookt niet met wat uit de controle is gebleken. Daaruit bleek juist dat het in belangrijke mate onzeker was of de ingrepen die het bestuur voor ogen had, toereikend zouden zijn om Imtech overeind te houden.

Het College meent dat de accountant, gezien de controle-informatie die hij had, niet had mogen tekenen nu het bestuur die boodschap in een noot had toegevoegd. “In de context van een beursgenoteerd bedrijf dat in zwaar weer verkeerde, ging er van bedoelde mededelingen een onjuiste en misleidende suggestie uit. Hij heeft dit onvoldoende onderkend'', zo oordeelt het College.
 

Gerelateerde artikelen