Hofjeswoningen vallen onder verhuurderheffing

Onlangs besliste de Hoge Raad dat hofjeswoningen die tegen een gering bedrag worden verhuurd onder de verhuurderheffing vallen.

In deze zaak ging het om een stichting die als doel had het stichten, beheren en in stand houden van de woningen van een hofje en het tegen een zo gering mogelijke bijdrage of gratis ter beschikking stellen van de woningen aan vrouwen. In het hofje werden 45 woningen tegen een geringe vergoeding voor bewoning ter beschikking gesteld. De vergoeding bedroeg gemiddeld € 50 per maand.

De vraag was of in een dergelijk geval sprake is van huurwoningen. Voor de verhuurderheffing wordt daaronder verstaan een in Nederland gelegen voor verhuur bestemde woning. Bij verhuur verbindt de huurder zich tot een tegenprestatie. Ondanks de geringe betalingsverplichting van de huurders van gemiddeld € 50 per maand, kan volgens de rechter ook dan worden gesproken van een tegenprestatie.

De omstandigheid dat de aan de bewoonsters opgelegde betalingsverplichting veel lager is dan de kosten die de stichting voor de instandhouding en de exploitatie van de desbetreffende woning maakt, maakt dat niet anders. Dat geldt ook voor de omstandigheid dat de stichting bij het vaststellen van die betalingsverplichting rekening heeft gehouden met de inkomens- en vermogenspositie van degenen die zij als bewoonsters wilde accepteren.

Ook de omstandigheid dat de stichting geen gebruik maakt van haar wettelijke mogelijkheden tot periodieke verhoging van de maandelijkse bijdragen brengt niet mee dat die bijdragen het karakter van tegenprestatie ontberen. Er is dus sprake van huurwoningen die onder de verhuurderheffing vallen.

 

(Bron: EY)

Gerelateerde artikelen