Hof: Rabobank niet vervolgd voor Libor-dossier
Het Openbaar Ministerie (OM) deed destijds al samen met de Fiod en De Nederlandsche Bank (DNB) onderzoek naar de zaak rond manipulatie van de Libor-rente. Dat is een rentetarief dat vooral gebruikt wordt in het betalingsverkeer tussen banken onderling, maar wel als leidraad geldt bij de vaststelling van bijvoorbeeld spaar- en hypotheekrentes. De kwestie leverde Rabobank in Nederland een boete op van 70 miljoen euro. De bank heeft die boete betaald.
De klagers, vertegenwoordigd door advocaat Gerard Spong, maakten bezwaar tegen de manier waarop het OM de zaak heeft afgedaan. Ze hielden bij de manipulatie betrokken medewerkers, leidinggevenden, de raad van bestuur en de bank zelf strafrechtelijk aansprakelijk.
Het hof oordeelt nu dat het voorleggen van de zaak aan een strafrechter geen toegevoegde waarde heeft, omdat die niet veel anders kan doen dan de bank een boete opleggen. Wat betreft de toenmalige bestuurders, kan volgens het hof niet vastgesteld worden of ze ‘opzettelijk en uit eigen gewin of ernstig nalatig’ hebben gehandeld.
Betrokken medewerkers die niet meer werken bij de bank worden verder al door buitenlandse autoriteiten vervolgd. En voor betrokken medewerkers die nog wel voor Rabobank actief zijn, is strafvervolging op basis van het opgebouwde dossier niet mogelijk. Dit laatste heeft te maken met de internationale samenwerking van opsporingsautoriteiten en toezichthouders. Daarbij is niet altijd voldaan aan de eisen van het strafprocesrecht met betrekking tot de vergaring van bewijsmateriaal. Een nieuw strafrechtelijk onderzoek is volgens het hof niet goed denkbaar, aangezien zoveel gegevens en verklaringen al zijn vastgelegd en in brede kring bekend zijn.
(ANP)