Hoe voldoet u aan IFRS 9?
Tien jaar later ondervindt de wereld nog steeds de gevolgen van de 'credit crunch' in 2008. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er veel is gedaan om ervoor te zorgen dat de financiële impact van een eventuele toekomstige financiële crisis op bedrijven wordt beperkt. Er is nieuwe wet- en regelgeving ingevoerd die bedrijven onder andere beter in staat moet stellen om debiteurenrisico's op te vangen, of deze zich nu plotseling en onverwacht voordoen of te voorspellen zijn.
Een voorbeeld van deze nieuwe wet- en regelgeving zijn de nieuwe boekhoudregels onder IFRS 9 die van toepassing zijn op bedrijven die onder IFRS rapporteren. Deze nieuwe standaard is in januari 2018 van kracht geworden. De IFRS 9-standaard schrijft bedrijven onder meer voor om procedures, standaarden en modellen toe te passen die potentiële toekomstige verliezen met een grotere nauwkeurigheid berekenen en daar voorzieningen voor te treffen.
De nieuwe standaard dient meerdere doelen. Een ervan is om het proces te verbeteren waarmee bedrijven voorzieningen voor kredietrisico’s treffen. Dit wordt gedaan door hen te verplichten zich te houden aan een nieuwe reeks grondslagen voor het berekenen van waardeverminderingen door verliezen. Bedrijven zullen meer inzicht moeten krijgen in het verwachte insolventierisico van hun afnemers en hiervoor voorzieningen treffen. Debiteurenrisico’s worden hierdoor nauwkeuriger en transparanter dan ooit in de balans van een bedrijf weergegeven.
Tom Kaars Sijpesteijn, algemeen directeur van Atradius Nederland, legt uit: “Tot nu toe hebben veel bedrijven laten afhangen van een ‘triggergebeurtenis’, zoals een factuur die komt te vervallen, of zij voor een bepaalde afnemer een reserve voor dubieuze debiteuren vormen. Hoewel dit van oudsher als een volledig acceptabele praktijk wordt beschouwd, verplicht de nieuwe standaard bedrijven vanaf januari 2018 om voorzieningen te treffen op grond van de hoogte van het volledige verwachte kredietrisico in de debiteurenportefeuille, en niet alleen op grond van de achterstallige vorderingen.”
“Bedrijven zullen bij het berekenen van hun verwachte verliezen met al hun vorderingen en afnemers rekening moeten houden. Het wordt dus van wezenlijk belang dat bedrijven inzicht hebben in de kans dat hun afnemers verzuimen te betalen en in de gezondheid van hun portefeuille als geheel. Wij beschikken over een schat aan informatie en expertise die bedrijven hierbij kan helpen.”
Wat moeten bedrijven invoeren?
Door de overstap van het ‘incurred loss’-model naar het ‘expected trade credit losses’-model voorziet IFRS 9 in een verbetering van de huidige voorzieningen voor kredietrisico’s.
In het ‘incurred loss’-model treffen bedrijven vaak helemaal geen voorzieningen voor vorderingen die nog niet achterstallig zijn. IFRS 9 moet ervoor zorgen dat het risico op verliezen, dat nu eenmaal inherent is aan vorderingen, wordt verantwoord en afgedekt, zelfs als de te verwachten verliezen laag zullen uitvallen.
[avg-advertorial slug=”is-jouw-ifrs-kennis-up-to-date”]
Wat verlangen deze nieuwe eisen nu precies van bedrijven? Eenvoudig gezegd zullen veel bedrijven hun huidige kredietinformatiesystemen en -processen moeten aanpassen om zo wijzigingen aan te kunnen brengen in de voorzieningen voor oninbare vorderingen. Omdat financiële instellingen in hoge mate aan kredietrisico's worden blootgesteld, zal dit voor hen een bijzonder grote uitdaging zijn. Voor niet-financiële instellingen is het echter aanzienlijk minder ingewikkeld.
De uitdagingen
Een van de grootste uitdagingen waar zowel financiële als niet-financiële instellingen zich voor gesteld zien, is dat deze standaard 'principle based' is. De standaard biedt geen duidelijke omschrijvingen of procedures die kunnen worden gehanteerd om eraan te voldoen. Hoewel dit bedrijven de ruimte geeft om zelf te bepalen hoe zij dit het beste kunnen invullen, zullen zij een groot aantal beslissingen moeten nemen met betrekking tot de in te voeren methodologieën. Dit vergt een grote hoeveelheid tijd en middelen voor het bouwen van een model, dat uiteindelijk door accountants goedgekeurd zal moeten worden.
De tweede grote uitdaging waar financiële teams zich voor gesteld zien, is het inwinnen van de juiste soort informatie. Een bedrijf zal bij het beoordelen van de kredietwaardigheid van een afnemer op een aantal verschillende punten letten. Gegevens met betrekking tot het verlies bij toekomstige wanbetaling zullen van belang worden, evenals andere externe risicofactoren, zoals macro-economische ontwikkelingen. Gegevensanalyses zullen voor alle regio's op eenduidige wijze moeten worden uitgevoerd, waarbij rekening moet worden gehouden met sectorspecifieke factoren en de transparantie en controleerbaarheid van de onderliggende processen moet worden gewaarborgd.
Wanneer aan de gegevensvereisten is voldaan, bestaat de volgende uitdaging uit het inpassen van alle kredietparameters die nodig zijn voor het berekenen van de verwachte verliezen (lees: de voorzieningen voor dubieuze debiteuren) in een model. Een bedrijf kan hierbij uit een aantal verschillende benaderingen kiezen, die elk andere waarden voor de schattingen van de verwachte verliezen kunnen opleveren. De berekeningen die in het model worden uitgevoerd zullen waarschijnlijk worden gesegmenteerd naar regio, sector, producttype of debiteurenrating. Ze moeten controleerbaar zijn en alle gegevens opleveren die nodig zijn voor rapportage onder IFRS 9.
De laatste hobbel bestaat uit het inbedden hiervan als proces in de hele organisatie zodat het spoedig een gangbare praktijk zal worden, zonder dat er hele ‘mini-industrieën’ in het leven worden geroepen om aan de eisen te voldoen. In een wereldwijd opererende organisatie met duizenden klanten, die potentieel over verschillende sectoren en segmenten zijn verspreid, is dit mogelijk het belangrijkste onderdeel, omdat het invoeren van logge of inefficiënte procedures wel eens duur en nadelig zou kunnen uitpakken.